17 OKTOBER 1956
247
Wethouder MEIJS deelt daarop de samenstelling van het bestuur
mede:
Ir. F. J. Philips, voorzitter Eindhoven
Mr. J. M. C. Teppema, secr.-penningmeester 's-Hertogenbosch
Ir. J. L. Bonebakker (Heemaf) Hengelo
Dr. H. A. van Doorne Eindhoven
Dr. Ir. Ch. Th. Groothoff (Mijnen) Valkenburg
Dr. Mr. F. J. M. A. H. Houben Maastricht
Ir. Lhoëst (Kon. Papier Fabr.) Maastricht
H. A. J. Mannaerts Tilburg
Ir. J. P. A. M. Petit (P.N.E.M.) 's-Hertogenbosch-Vught
Prof. Ir. F. M. Roeterink (Philips) Eindhoven
Ir. C. P. Scheepers (B.P.M.) Rotterdam
De heer VERMEULEN merkt op dat Breda dus niet bij het bestuur
is betrokken, terwijl deze stad een der grootste in het zuiden is. Dit
bevreemdt hem persoonlijk wel.
De VOORZITTER maakt er op attent dat het onderhavige voorstel
niet de school op zich betreft doch het hogeschoolfonds. Overigens is
het toe te kennen bedrag niet groot, zodat er weinig reden is om hoog
van de toren te blazen. Nu er in het openbaar een opmerking is geplaatst,
zal deze vermoedelijk wel te bestemder plaatse komen.
Overeenkomstig het preadvies wordt besloten.
17. Subsidie aan de Jan van Eijckakademie te Maastricht.
18. Verhoogd subsidie aan het bestuur van de Zang- en Muziekschool
en de afdeling Volksmuziekschool.
19. Subsidie aan het comité van de Poolse R.K. Zaterdagschool.
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
20. Het instellen van de legpenning „Breda Crescit".
De VOORZITTER wil het voorstel nog nader toelichten. Van des
kundige zijde is de tekst voor een randschrift aanbevolen: „Breda crescit
sedula cura multorum". Het college is tot het advies tot instelling van
de onderhavige penning gekomen omdat in de praktijk is gebleken, dat
behartiging van bepaalde sectoren der gemeentelijke bemoeiing niet ge-
eerd kan worden met de bestaande penningen. Momenteel bestaan er
twee penningen. De erepenning van de stad Breda, van welker dragers
er thans 7 nog in leven zijn, is alzijdig bedoeld en van zeer bijzondere
aard. Daarnaast is er de penning Breda Oranjestad uitsluitend voor
prestaties op cultureel gebied en bevordering van het vreemdelingen
verkeer. Het lijkt dat er behoefte aan bestaat om meerdere figuren bij
daartoe geëigende gelegenheden te eren doch wegens verdiensten, welke
niet tot de genoemde sectoren behoren. Breda is niet de enige gemeente,
die tot verruiming van het aantal penningen overgaat. In 's-Hertogen
bosch heeft men thans 5 penningen.
De heer BASTIAANSEN is dankbaar voor de gegeven toelichting. Hij
acht deze meer „grijpbaar" dan het geschreven voorstel. Ook spreker
acht de penning voor ereburgers exclusief; daarnaast is er de penning
Breda Oranjestad. In het preadvies wordt daaromtrent gezegd, dat deze