17 OKTOBER 1956 249 misverstand onvolledig is en niet overeenkomt met het verzoek zoals dit was gedaan. Boven en behalve het jaarlijkse subsidie wordt een startsub sidie gevraagd van 1000,Het college van Burgemeester en Wet houders stelt nader voor ook dit startsubsidie toe te kennen. Met het aanvankelijke voorstel ging de subsidiecommissie akkoord. De heer KROON kan moeilijk met het preadvies akkoord gaan. Hij kan begrijpen dat de stichting zeer belangrijk werk gaat verrichten, maar dit werk ligt op zuiver kerkelijk terrein. De wijze waarop het sub sidie wordt verleend acht hij niet juist. De legesverordening kent ont heffingsmogelijkheden. Zou aan kerkelijke instellingen een dergelijke ont heffing kunnen worden verleend? Charitatieve instellingen zijn b.v. wel genoemd. Is het dan niet mogelijk dit met kerkelijke instellingen uit te breiden? De heer TOXOPEUS kan zich met het betoog van de heer Kroon vrijwel geheel verenigen. Ook hij meent dat voor het belangrijke doel, dat de kerken daarmede beogen, ontheffingsmogelijkheden in de leges verordening dienen te worden opgenomen. Sprekers standpunt is voor alsnog afwijzend tegenover subsidies aan kerkgenootschappen. Hij acht een wijziging der legesverordening met instemming van alle raadsleden beter dan een stemming over het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Spreker begrijpt dat de omvang van het aantal parochies der R.K. kerk hier ter plaatse de instelling van een centraal bureau nodig kan maken, al meende hij aanvankelijk dat er een doublure was. Voor sprekers kerkelijke richting is dit, gezien de omvang daarvan, niet nodig. Tegen een startsubsidie van 1000,heeft spreker bezwaren; aan een wijziging van de legesverordening in een voor de kerkelijke instelling gunstige zin wil hij wel medewerken. De heer BASTIAANSEN wijst erop dat hier sprake is van subsidie aan een instituut en niet aan een kerkgenootschap. In een stad als Breda, waar 80 a 85°/o der bevolking r.k. is, is een katholiek bevolkingsregister op zijn plaats. Spreker verwacht dat wijziging van de legesverordening moeilijk zal zijn, omdat daarvoor koninklijke goedkeuring nodig is. Hij verklaart zich namens zijn fractie akkoord met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer RATTINK acht het beter de legesverordening te wijzigen. Zolang dit nog niet verwezenlijkt is, heeft hij geen bezwaar tegen het voorgestelde subsidie, echter wel tegen het bedrag van 1000,als startsubsidie. Dit gaat hem iets te ver. Wethouder MEIJS wijst op de algemene betekenis van het bureau voor de gemeenschap. Het gemeentebestuur heeft nut van de gegevens waarover het bureau de beschikking heeft. Als voorbeeld noemt spreker de gemeente Nijmegen, waar het praktisch nut reeds bewezen is. Er is wel degelijk sprake van reciprociteit. Er komen tegenwoordig talrijke onvolledigheden voor in de officiële bevolkingsregisters. Dikwijls kunnen de gemeenten profijt trekken uit de parochiële gegevens. De heer Kroon heeft gewezen op mogelijkheden in de bestaande verordening. Deze betreffen echter alleen charitatieve instellingen en niet de kerkelijke. Het zou niet juist zijn naar een algemene ontheffingsmogelijkheid te streven. De Raad kan beter een en ander in de hand houden, mede met het oog op het voorkomen van overbelasting van het gemeentelijk be volkingsbureau.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 249