14 NOVEMBER 1956 263 Tegenwoordig: Mevr. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mej. J. P. KOPPELAAR, Mej. D. M. J. t' SAS, en de Heren Mr. K. A. M. BASTIAANSEN, W. A. BLIEK, W. C. A. M. VAN BOXTEL, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. COSIJN, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, G. F. HULSKRAMER, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, G. J. KLOMPERS, J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, L. P. LAUWERIJSSEN, G. W. LOO- MANS, A. LOSSEZ, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERIIOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, J. SAMSON, Drs. G. C. STU- BENROUCH, Mr. E. H. TOXOPEUS, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK Afwezig: Mevrouw E. M. SLOT-PLATTEL en de Heer G. MIN- DERHOUD. Voorzitter: de heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van Mevrouw E. M. SLOT-PLATTEL en de heer G. MINDERHOUD. De VOORZITTER zegt, dat alvorens met de behandeling van de agenda te beginnen, hij als voorzitter van de Raad uiting moet geven aan het in de gehele stad levend afgrijzen van hetgeen in het bevriende Hongarije geschiedt. Hij hoeft hierover niet veel te zeggen, omdat de stad in haar geheel van haar afkeuring zo demonstratief uiting heeft gegeven. Het heeft spreker goed gedaan een gesloten eenheid te vinden tegen de rechtsverkrachting. Namens het gemeentebestuur verzoekt spreker de burgerij de slachtoffers zo veel mogelijk te helpen. Hij stelt voor in een ogenblik stilte de gesneuvelden te herdenken. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda. 1. Beëdiging C. W. Loomans. De VOORZITTER verzoekt de Secretaris de heer Loomans binnen te leiden. De heer LOOMANS legt de vereiste eden af in handen van de Voor zitter. De VOORZITTER zegt, dat hij er prijs op stelt het nieuw benoemde lid van de Raad welkom te heten in dit college. Hij hoopt, dat de ver wachtingen welke de Raad van zijn nieuw lid koestert in vervulling zullen gaan en dat ook de verwachting van de heer Loomans ten aanzien van zijn nieuwe functie zal worden vervuld. De heer LOOMANS zegt hierna het volgende. Mijnheer de Voorzitter, De vriendelijke woorden, die U zo juist tot mij hebt gericht naar aanleiding van mijn intrede in de Raad van de Gemeente Breda hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 263