14 NOVEMBER 1956
269
De heer TOXOPEUS vraagt of „1956" in het voorstel niet „1957"
moet zijn. Zo neen, dan gaat hij akkoord met het voorstel. Wat de normen
betreft, zegt spreker, dat het beoordelen naar de prestaties ook onjuist
kan zijn. Er kunnen koren zijn met enthousiaste leden, veelvuldig repeti-
tiebezoek, welke toch zwakke prestaties leveren. Toch acht spreker dan
een hoger subsidie op zijn plaats.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
20. Subsidie K.S.K.I.
De heer TOXOPEUS zegt, dat dit preadvies hem teleurstelt. Het
voorstel is in de vorige vergadering door Burgemeester en Wethouders
teruggenomen om te onderzoeken in hoeverre wijziging van de leges
verordening mogelijk was. Als men de notulen naleest van die vergade
ring dan blijkt daaruit dat Burgemeester en Wethouders toch ook wel
andere motieven hadden om hun voorstel terug te nemen. Er zou een
nadere motivering komen. Het voorstel, zoals het er thans ligt, is niet
duidelijk en argumenten voor de stelling van Burgemeester en Wet
houders ontbreken.
Onder b. van het voorstel wordt in het kort gezegd wat de taak van
het bureau voor de gemeente is. Spreker vindt deze taak geenszins in
het algemeen belang der gemeente. Wordt er b.v. een bijzondere school
gesticht, dan gaan de oprichters diverse ouders af om handtekeningen
te verzamelen. Zijn er voldoende dan komt er een aanvrage om mede
werking en gaat het schoolbestuur aan het onderhandelen met de ge
meente over de plaats der school. In hoeverre het werk van het K.S.K.I.
voor deze plannen van belang is, ontgaat spreker geheel. Of te zijner
tijd de kathedraal zal moeten worden opgeheven is een vraag welke
uitsluitend de katholieke kerkelijke gemeente regardeert. Het werk van
het K.S.K.I. is volgens spreker van geen nut voor de burgerlijke gemeente
doch uitsluitend voor het R.K. Kerkgenootschap. Het in het voorstel
genoemde profijt dat de gemeente uit de onderzoeken zal trekken is
volgens spreker nihil. Dit argument had dan ook beter achterwege kun
nen blijven. Wat het al dan niet betalen van leges betreft kan spreker
geen verschil vinden in de methode om vrijstelling te verlenen van het
betalen van leges en in de methode waarbij leges worden betaald en
deze kosten in de vorm van subsidie worden gerestitueerd. Alleen is de
ene methode wat omslachtiger dan de andere. Het nut van het ver
schaffen van inlichtingen uit het bevolkingsregister komt in dit geval
uitsluitend ten goede aan de R.K. kerk. Als men deze inlichtingen
gratis verstrekt, dan moeten ook andere groeperingen hiervan kunnen
profiteren. Nu wordt wel gesteld, dat zulks te duur wordt, doch dit is
geen argument om aan andere kerkgenootschappen niet dezelfde rechten
te geven. Is het niet mogelijk om in een zit van de Hollerith alle kerk
genootschappen uit te splitsen. De mededeling, dat de Minister van
Binnenlandse Zaken vermoedelijk geen goedkeuring zou bevorderen is
een onvoldoend argument. Nergens blijkt, dat hierover inlichtingen zijn
ingewonnen. Indien deze faciliteit verleend wordt voor het kerkgenoot
schap in Breda, dat 85.000 of meer zielen telt, dan mogen er ook geen
bezwaren zijn om andere kerkgenootschappen dezelfde faciliteit te ver
lenen. Men zou dit kunnen weigeren aan de C.P.N., maar dit is geen
kerkgenootschap. Spreker is het niet eens met de mededeling in het
voorstel waarin wordt gesproken over „kerkgenootschappen die naar
de mening van Burgemeester en Wethouders algemeen zijn erkend".
Als er sprake is van erkenning van kerkgenootschappen dan komt deze
taak zeker niet aan Burgemeester en Wethouders toe.
Het belang van dit werk is uitsluitend voor de kerk. Als voorbeeld zou