274 14 NOVEMBER 1956 23. Diverse verkopen. De heer LOSSEZ merkt op, dat op de grond, welke aan Dziarkowski wordt verkocht reeds benzinepompen zijn opgericht. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat het mogelijk is, dat de koper reeds toestemming heeft gekregen om op eigen risico te bouwen of dat hij precario betaalt. De heer KAMPHUYS zegt, dat hij er dankbaar voor is, dat de fa. Albada Jelgersma in Breda blijft. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 24. Voortijdige uit de pachtneming van grond. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 25. Toekennen van vergoedingen. De heer LAUWERIJSSEN zegt, dat de voorstellen betreffende de vergoedingen aan Backx en Rombouts niet dezelfde zijn. Waarom krijgt Rombouts een financieel voordeel en Backx niet. Is het zo, dat Breda een voordeel heeft als deze pachters een bedrijf krijgen in de N.O.- polder? Heeft Breda hierin iets te zeggen? Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat iemand die een bedrijf in de N.O.-polder wil hebben zich bereid moet verklaren aan de gemeente te verkopen voor de gewone prijs. Hij krijgt geen inkomstenschade vergoed, omdat hij elders een bedrijf krijgt. Dit is een redelijke maat regel. Men hoeft niet van twee wallen te eten. Het is niet zeker, dat aan Backx een boerderij wordt toegewezen. Misschien het volgend jaar wel. Als zulks zo is dan is er inderdaad een voordeel voor de gemeente. De heer LAUWERIJSSEN is dankbaar voor dit antwoord. Uit de stukken blijkt echter, dat de heer Backx slechts de tot de aanvaarding van het nieuwe bedrijf geleden schade zal mogen claimen; bij de heer Rombouts is dit niet bepaald. Voorts vraagt spreker of de gemeente enige medezeggenschap heeft bij de uitgifte van bedrijven in de N.O.- polder. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat er slechts een formeel ver schil is tussen de vergoedingen aan Backx en Rombouts. Rombouts krijgt 4°/o rente van het kapitaal, waarop hij recht heeft en Backx krijgt een zeker gedeelte voor elk jaar dat hij niet gaat. Door Burgemeester en Wethouders wordt desgevraagd steeds steun verleend aan agrariërs uit deze gemeente, die een bedrijf in de N.O.-polder vragen, ook al zijn deze geen eigenaar of pachter van gronden, die de gemeente nodig heeft. Er is echter geen sprake van enige zeggenschap van de gemeente. De kandidaten worden uitsluitend beoordeeld naar de geschiktheid voor een bedrijf van een bepaalde grootte. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 26 a. Begrotingswijzigingen. b. Belegging kasgeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 274