278 14 NOVEMBER 1956 komt er nieuwe statuten en reglementen moeten komen. Hij verzoekt deze aan de Raad voor te leggen. De heer BASTIAANSEN zegt, dat het voorstel een onderwerp van ampele beraadslaging in zijn fractie heeft uitgemaakt. Hoewel enige leden een eigen mening bleven voorstaan was de fractie op de volgende punten eensgezind. De C.W.G. dient alleen te blijven adviseren in het vlak van het amateurisme. De methode van subsidiëring wordt gewij zigd. De C.W.G. subsidieert zelf niet meer, doch adviseert Burgemeester en Wethouders omtrent te verlenen subsidie. Hiermede kan men in het algemeen akkoord gaan. Enige leden vrezen echter, dat de delegatie aan Burgemeester en Wethouders te ver gaat. Deze taak behoort aan de Raad. Aan dit bezwaar zou kunnen worden tegemoetgekomen doordat na bepaalde perioden b.v. 3 maanden of een half jaar overzichten worden overgelegd van de bestede bedragen. De instelling van een culturele raad met andere bevoegdheden, dan met uitsluitend adviserende zal nog niet dienen te geschieden zolang er geen rijksregeling is. De Raad moet bovendien in de gelegenheid zijn alle te verlenen subsidies terug te vinden in de begroting. De samenstelling van de C.W.G. is van groot belang. De vraag rijst: wie zullen er lid worden en wie zal benoemen? Spreker vreest dat bij de samenstelling te veel in bepaalde kringen wordt gezocht. Wil de C.W.G. een levend iets worden, dan moet worden gezocht in de richting, die de heer Nieuwlaat heeft aangegeven. De samenstelling van de C.W.G. zal voor de eerste maal dienen te geschieden door de Raad op advies van Burgemeester en Wethouders en de aanvulling door Burgemeester en Wethouders op advies der C.W.G. Wanneer Burgemeester en Wethou ders dit alles onder ogen zien, dan is spreker het eens met het voorstel. De heer VAN BIJNEN merkt op, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders veel gemeen heeft met het leven. Het bevat veel zuurs en weinig zoets. Spreker is hel eens met de gedachte de C.W.G. uitsluitend adviserende bevoegdheid te geven. Bij de samenstelling dient er reke ning mede te worden gehouden, dat er niet allleen deskundigen, doch ook mensen met zakelijk inzicht zitting moeten hebben. Hij zou gaarne zien, dat in de C.W.G. ook een zakelijk element vertegenwoordigd is. Bovendien zal naar sprekers mening deze C.W.G. zich zelf moeten settien, al weet spreker niet hoe dat nu precies moet gebeuren. Het zou b.v. zo kunnen zijn, dat de C.W.G. na een jaar werken aan de Raad een verslag zou geven hoe er gewerkt is. Na dit jaar kan dan de Raad de C.W.G. als college aanvaarden of opnieuw benoemen. Spreker voelt niets voor de delegatie van de Raad aan Burgemeester en Wethouders, zoals deze wordt voorgesteld. Al is het bedrag ad 20.000,niet erg groot, als de Raad niet weet waarvoor het precies gaat dienen is het niet juist dat tot deze delegatie wordt besloten. Spre ker vindt een begroting vooraf en een verslag na 3 maanden noodza kelijk. De heer KROON heeft evenals zijn fractiegenoot grote waardering voor de stuwende kracht van de Wethouder van culturele zaken. Er zijn echter gevallen,, zoals dit b.v., waarin de wethouder wel erg hard loopt. Spreker kan hem niet bijhouden. In het voorstel is nu al sprake van het omzetten van de C.W.G. in een culturele raad met medebesturende taak. Zo hard loopt spreker echter niet. Voor het geheel heeft spreker wel waardering voor het voorstel al zijn er op enige punten wel verschillen tussen de mening van Burgemeester en Wethouders en de zijne. De Raad blijft wel de grote lijn vasthouden, doch kan eigenlijk alleen achteraf nog iets doen. Spreker zou zich daarom willen aansluiten bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 278