282 14 NOVEMBER 1956 tieve oplossing. Deze verwacht spreker nog steeds. Bovendien is de Raad uit het ter inzage gelegde rapport van de besteding der gelden niet veel te weten gekomen. De gelden zijn verdeeld zonder dat er offi cieel over gesproken kon worden. Hij is bereid de 20.000,te voteren, maar eerst moeten Burgemeester en Wethouders precies aangeven, wat zij van plan zijn. De vraag over het aanvullend subsidie van de C.W.G. over 1956 is door de wethouder onvoldoende beantwoord. Spreker zou gaan denken, dat deze gelden reeds zijn uitgegeven. Indien dit zo is, dan is aan 's Raads budgetrecht geweld gedaan. Spreker zou hierover nog gaarne worden ingelicht. De heer MENDES heeft met belangstelling naar het uitvoerig betoog van de wethouder geluisterd. Over de samenstelling van de C.W.G. en de delegatie is spreker voldoende ingelicht. Als belangrijk punt moet echter nog besproken worden de taak van de C.W.G. Op pagina 2 van het voorstel wordt naar die taak verwezen. Spreker wenst nog gaarne te weten of de punten 1 t/m 4 nu ook voortaan onder de adviserende taak van de C.W.G. vallen. Spreker wenst hier de beroepskunstenaars en de amateurs te onderscheiden. Hij is er geen voorstander van dat de C.W.G. zich ook bemoeit met de beroepskunstenaars. De heer SAMSON zegt, dat hij een kort geformuleerde concrete vraag heeft gesteld, welke nog niet is beantwoord. Deze vraag luidde of het college bereid zou zijn bij een nieuwe opzet van de C.W.G. de nieuwe statuten en reglementen aan de Raad voor te leggen. Deze nieuwe statuten zullen de doelstelling, taakverdeling en samen stelling van het bestuur en de diverse secties omschrijven. Hij wil nog even ingaan op hetgeen de heer Nieuwlaat en de Wethouder hebben gezegd. De standpunten in de Raad staan wel diametraal tegenover el kaar. Daarom zou het z.i. verstandig zijn het bedrag ad 20.000,- niet vast te leggen, maar dit in een totaalpost op te nemen. De uitgaven kunnen immers zeer variabel zijn. Spreker is er voor in deze kwestie een com missie ad hoe te benoemen om de zaak nog eens te bestuderen. De heer BASTIAANSEN heeft met genoegen kennis genomen van de mededeling van de wethouder, dat hij op bepaalde tijden inzage wil geven van de bestede gelden. Hij wenst echter de samenstelling van de C.W.G. aan de Raad te laten en dan de eerste maal op voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer VAN BIJNEN is het eens met hetgeen de heer Venneulen over de delegatie heeft gezegd. Indien de C.W.G. zich zelf coöpteert en na een jaar blijkt, dat de verkeerde mensen zijn gekozen, dan is het vervelend om deze er weer uit te weren. Beter is dan dat de Raad hier definitief benoemt, of dat de C.W.G. zich zelf aanvult. De heer KROON is de hele kwestie na het debat niet duidelijker ge worden. Hij refereert zich, wat de delegatie betreft, aan hetgeen de heer Vermeulen heeft gezegd. Nu de Raad thans de gelegenheid krijgt om de gehele nieuwe C.W.G. te benoemen, moet hij van deze gelegenheid gebruik maken. De heer TOXOPEUS zegt, dat de delegatiekwestie wel erg moeilijk geworden is. Voor het beschikbaarstellen van het gehele bedrag voelt spreker niet veel, terwijl het ook niet gewenst is voor al die kleine posten telkens de Raad in te schakelen. Wat de samenstelling betreft voelt spreker zich aangetrokken door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 282