14 NOVEMBER 1956 287 a. de secties coöpteren zich zelf. Zij kiezen zich een voorzitter, de voor zitters vormen samen het hoofdbestuur en de Raad benoemt de al gemeen voorzitter. b. de Raad benoemt de leden, de voorzitters der secties en de algemeen voorzitter. Spreker heeft echter voorkeur voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER stelt voor tot stemming over te gaan over het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Mevrouw VAN MIERLO vraagt of dit voorstel voor goed geldt of voor een jaar. De VOORZITTER antwoordt, dat de C.W.G. een instelling is, die omdat zij financieel afhankelijk is, bij de gratie van de Raad bestaat. Een termijn te stellen is derhalve niet noodzakelijk. De heer BASTIAANSEN merkt op, dat altijd een wijziging van de C.W.G. nodig is, zowel wanneer het voorstel van Burgemeeester en Wet houders wordt gevolgd, als wanneer de Raad anders beslist. De heer TOXOPEUS wenst zich aan te sluiten bij de mening van de heer Bastiaansen. De eerste keuze van de leden van de C.W.G. geschiedt door de Raad en daarna aanvulling door coöptatie. De heer MOL is van mening, dat voorzitters der sectiesi door de Raad dienen te worden benoemd. Dit verhoogt hun verantwoordelijkheidsge voel en hun arbeidzaamheid. De heer SAMSON zegt, dat dit wel enigszins overdreven is. Er zijn bepaalde secties die hard werken en er zijn er die geen actie voeren. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om alleen de voorzitter door de Raad te doen benoemen wordt dan in stemming gebracht. Het blijkt te zijn verworpen met 17 tegen 15 stemmen. Vóór het voorstel stemden: Mevrouw van Mierlo, Mej. Koppelaar en de heren Brinkerhof, Toxopeus, Jongbloed, Bliek, Meijs, Stubenrouch, Cosijn, Romsom, Kamphuys, van Gisbergen, Vermeulen, Lauwerijssen en Loomans. Tegen het voorstel stemden: Mej. t' Sas, en de heren Klompers, We zenbeek, Verschuren, Kramers, Rattink, Nieuwlaat, Mendes, Samson, Hulskramer, Bastiaansen, Van de Noort, Van Bijnen, Van Boxtel, Mol, Kools en Kroon. Wethouder STUBENROUCH zegt, dat thans aan de orde is het voor stel van de heer Bastiaansen om alle leden van de C.W.G. door de Raad te doen benoemen op voorstel van Burgemeester en Wethouders. Als de Raad de eerste maal benoemt zullen ook alle mutaties door de Raad dienen te geschieden. De VOORZITTER stelt voor de benoeming door de Raad te beperken tot de Algemeen Voorzitter en de voorzitters der secties. De heer BASTIAANSEN kan hiermede niet akkoord gaan. Wethouder STUBENROUCH voelt gelet op de uitslag van de eerste stemming wel voor deze tussenvorm. Bevalt deze niet, dan kan de Raad later nog anders beslissen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 287