288 14 NOVEMBER 1956 De Voorzitter brengt het voorstel van de heer Bastiaansen in stem ming. Dit blijkt te zijn verworpen met 24 tegen 8 stemmen. Vóór stemden: Mevrouw van Mierlo en de heren Verschuren, Nieuw- laat, Hulskramer, Bastiaansen, Van de Noort, Van Boxtel en Kools. Tegen stemden: Mej. Koppelaar, Mej. t' Sas en de heren Klompers, Wezenbeek, Kramers, Brinkerhof, Toxopeus, Jongbloed, Rattink, Mendes, Samson, Bliek, Meijs, Stubenrouch, Cosijn, Romsom, Van Bijnen, Mol, Kamphuys, Van Gisbergen, Vermeulen, Kroon, Lauwerijssen en Loomans. De VOORZITTER vraagt of de Raad thans stemming wenst over het voorstel van de heer Kramers over de Algemeen Voorzitter en de voor zitters der secties te doen benoemen door de Raad. De Raad blijkt met dit voorstel akkoord te gaan. De VOORZITTER zegt, dat thans nog moet worden beslist over de verhoging van het subsidie over 1956 aan de C.W.G. tot 13.000, De heer VERMEULEN zegt, dat hij er van uit gaat dat dit bedrag reeds uitgegeven is. Wethouder STUBENROUCH ontkent dit ten stelligste. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard. 33. Benoeming H. W. Munns. 34. Ontslag W. D. van Overveldt. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 35. Wijziging raadsbesluit inzake garantie Diaconessenhuis. De heer KRAMERS acht het in de gegeven omstandigheden juist om met de nieuwe voorwaarden akkoord te gaan. Het was wel niet elegant van het bestuur om een vermeend voordeel bij de verkoop van het oude gebouw niet aan de gemeente ten goede te doen komen, maar in het onderhavige geval zal van de zijde van de gemeente souplesse moeten worden betracht. Mevrouw VAN MIERLO heeft in het ontwerpbesluit gelezen, dat ten aanzien van de extra aflossing op de geldlening de bepaling „zo spoedig mogelijk" wordt gewijzigd in „zo mogelijk". Dit is een geheel andere uitdrukking, welke de betekenis van de onderhavige clausule totaal verandert. Wethouder MEIJS gelooft, dat er de verhouding Diaconessenhuis- gemeente bij wordt gehaald. Daarover is echter in de vorige vergade ring reeds gesproken. Bij het onderhavige voorstel gaat het echter over de leningsvoorwaarden van de geldgever. Daar staat het Diaconessen- huis buiten. De wijziging van de term „zo spoedig mogelijk" in „zo mogelijk" ontmoet geen grote bezwaren. Men is hierbij afhankelijk van de door de geldgever te stellen voorwaarden. Het betreft hier een insti tutionele belegger, die redelijke voorwaarden heeft aangeboden. Niet alleen het geboden rendement is aan de lage kant, maar bedacht dient ook te worden, dat het momenteel moeilijk is kapitaal aan te trekken. Daarom lijkt het aanbevelenswaardig tegen de onderhavige conditie geen bezwaren te maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 288