11 JANUARI 1956 29 21 b. Ontslag van de heer L. P. G. de Rooy. 21 c. 5-jaarlijkse afrekening van vergoedingen 1948-1952. 21 d. Exploitatievergoeding bijzondere scholen 1954. 22 a. Subsidie Medisch Opvoedkundig Bureau en Schoolpsychologi sche Dienst. 22 b. Medewerking ex artikel 72 der L.O.-wet. 22 c. Bedrag per leerling Sanatorium „De Klokkenberg". Deze voorstellen worden aangenomen. 23. Commissie Nijverheidsonderwijs. De heer VERMEULEN heeft geen bezwaar tegen de benoeming van de door Burgemeester en Wethouders voorgedragen persoon. Hij wil er echter op wijzen, dat aan het verzoek om ook een lid van zijn fractie in deze commissie aan te wijzen, nog steeds niet is voldaan. Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat hij op dit verzoek al eer der heeft gereageerd; hij wenst hierop niet meer terug te komen. De heer SONDERMEIJER wenst voor de vakature de heer Cosijn voor te dragen, die als vakman hier de juiste man op de juiste plaats is. Daar niemand stemming verlangt is de heer Cosijn benoemd. 24. Hockey-complex bij de Dr. Schaepmanlaan. De heer MENDES juicht het voorstel toe. Het is een dwingende nood zakelijkheid de sportakkomodatie uit te breiden in verband met de groei der bevolking. Spreker zou gaarne vernemen wie dit complex zal beheren en welke vereniging of verenigingen daarvan gebruik zullen mogen maken. Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat dit complex een onder deel vormt van het gehele gemeentelijke sportveldencomplex. De ge meentelijke sportstichting zal deze terreinen beheren en beoordelen welke vereniging de velden het best kan gebruiken. Hierna wordt dit voorstel aanvaard. 25. Transakties met de N.V. Donka. De heer VERMEULEN vraagt of aan de Raad het accountantsrapport kan worden overgelegd. Voor de verantwoordelijkheid welke de Raad hier op zich neemt is het naar sprekers mening nodig, dat de Raad kennis neemt van de financiële positie van belanghebbende. De heer TOXOPEUS zou deze zaak gaarne aanhouden. Er zitten nog al wat principiële kanten aan, waarover hij gaarne nader zal worden ingelicht. Op verzoek van de Voorzitter antwoordt de SECRETARIS, dat de gemeente hier, zoals bij al dergelijke zaken, enig risico neemt. Mocht de zaak echter mis gaan, dan blijft in ieder geval de fabrieksruimte over, waarvan de gemeente eigenares is. Zodra dus de oude huurder zou weg gaan zal er een nieuwe komen. Er zijn nog tal van aanvragen van in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 29