12 DECEMBER 1956 299 schikbaar stelde, hoe dan ook. Sindsdien is men aan de inrichting terecht meer eisen gaan stellen. Zo is het b.v. gegaan met de douches en warmwaterapparaten. Het zelfde kan men nu zeggen voor de televisie-antennes en antennes voor F.M. en A.M. radio-ontvangst. In het Heuvelkwartier is het reeds gebleken, dat regelmatig televisie antennes worden geplaatst. In een korte tijd worden er zoveel masten bijgeplaatst, dat de gemeente zich voor de vraag gesteld ziet öf één centrale mast te plaatsen öf niemand van de bewoners vergunning te geven tot plaatsing van een antenne. 20 antennes op een flatgebouw is geen fraai aanzicht. Bovendien is gebleken, dat de eigenaar na de aanleg van een antenne voor onkosten komt te staan wegens gebreken aan het dak van zijn pand. Spreker zegt dat hem, gaande van de Zandbergweg naar de Ginneken- weg, is opgevallen, dat er een woud van antennes boven de huizen aan de Ginnekenweg staat. Daarom acht hij het verstandig thans bij de in aanbouw zijnde flats een centraal systeem aan te brengen. Over 5 jaar zal de Raad, volgens zijn mening, zeggen, dat het gelukkig is dat dit werd gedaan. Spreker is er van overtuigd, dat centrale aanleg van een antenne goedkoper moet zijn dan de aanleg van een antenne door een particulier. In verband met de opmerking van de heer Mol zal hij met de dienst van Openbare Werken overleg plegen of het mogelijk is de kosten voor de centrale mast te verlagen. Wethouder MEIJS wenst niet te spreken over het al of niet plaatsen van een centrale antenne, doch over de orde in de raadsvergaderingen. Mejuffrouw t' Sas en de heer Mol hebben medegedeeld, dat zij de ver gadering van de Bouwcommissie niet hebben kunnen bijwonen. Spreker acht het niet juist, indien de Bouwcommissie zich met een voorstel ver enigt, de in deze vergadering afwezige leden in de raadsvergadering een afwijkende mening laten horen. Dat de heer Brinkerhof in de raads vergadering over dit voorstel het woord voert acht spreker juist, omdat dit lid in de bouwcommissievergadering zijn stem heeft voorbehouden. De heer BRINKERHOF zegt na de uiteenzetting van wethouder Jong bloed en de heef Vermeulen zich met het voorstel te kunnen verenigen. Het spijt hem dat de kosten niet direct in de huur zijn begrepen en hij spreekt de hoop uit, dat in het vervolg deze voorzieningen direct in de huur zullen worden verrekend, bij de bouw van nieuwe complexen. De heer MOL merkt op, dat de vergadering van de bouwcommissie slechts 2 dagen tevoren werd geconvoceerd. De heer KLOMPERS kan zich niet met de woorden van de wethouder verenigen, als hij zegt, dat het wemelt van de antennes. Bij een wande ling in^het Heuvelkwartier in de omgeving van de Mgr. Zwijssenstraat heeft hij slechts 2 televisie-antennes kunnen ontdekken. Bovendien heeft het aantal televisie-antennes in het land de 100.000 nog niet bereikt. Spreker heeft bezwaar tegen het verstrekken van een geldlening voor luxe. Indien de huidige en toekomstige bewoners zich allen akkoord verklaren met de aanleg van de centrale antenne dan heeft spreker geen bezwaar tegen het verstrekken van de geldlening. De heer HULSKRAMER kan de argumenten van wethouder Jongbloed wel onderschrijven, doch hij acht het onjuist dat de niet-televisie-bezit- tende bewoners toch in de kosten van het centrale antenne-systeem moe ten betalen. Bovendien is dit complex woningwetbouw, dat door arbei-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 299