12 DECEMBER 1956 301 Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 10. Begrotingen 1957 Interparochieel Sociaal Charitatief Centrum en wijkwerk Pius X. Mej. KOPPELAAR zegt, dat in het preadvies over de begroting van het Interparochieel Centrum vermeld staat, dat het in 1957 niet mogelijk zal zijn voldoende gediplomeerde maatschappelijk werksters aan te trek ken, zodat de salarispost niet de hoogte zal bereiken, welke de begro ting aanwijst Spreekster zou gaarne van Burgemeester en Wethouders vernemen of het Centrum, indien wel maatschappelijk werksters kunnen worden aangetrokken, zich om subsidieverhoging kan wenden tot Bur gemeester en Wethouders. De heer BLIEK heeft een kleine opmerking. Uit de stukken blijkt, dat ook kosten worden gemaakt voor het Katholieke Bevolkingsregister. Naar sprekers mening had dit beter achterwege kunnen blijven. Mevrouw VAN MIERLO merkt op, dat op bladzijde 2 van het pread vies staat, dat het geraamde bedrag ad 43.294,- een voorlopig karakter heeft en dat daarop altijd kan worden teruggekomen. Wethouder ROMSOM is van mening, dat het aantrekken van maat schappelijk werksters niet zo voorspoedig zal gaan als het centrum zich voorstelt. Mochten zij toch slagen, dan kan altijd bij aanvullend krediet een subsidieverhoging aan de Raad worden voorgesteld. De opmerking van de heer Bliek heeft spreker niet begrepen. De heer BLIEK zegt, dat dit in de ter visie gelegde stukken ver meld staat. Hierna wordt overeenkomstig het preadvies besloten. 11. Preadviezen inzake artikel 13 en 72 der lager onderwijswet 1920. 12. Voorschot ex artikel 101 der lager onderwijswet 1920. 13. Subsidie St. Radboudstichting te Nijmegen. 14. Benoeming van enige leraren aan de technische scholen. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 15. Cultureel Centrum „Beijerd". De heer BASTIAANSEN stelt voor de behandeling van dit schrijven aan te houden tot de begrotingsbehandeling. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 16. Verhoging subsidie Brabants Orkest. Mevrouw VAN MIERLO zegt: Laat ik voorop stellen, mijnheer de Voorzitter, dat ik het Brabants Or kest een goed hart toedraag, lof heb voor zijn muzikale prestaties en het waar mogelijk gaarne steun. En daarom spijt het mij des te meer te moeten zeggen, dat ik mij kwalijk kan verenigen met de voorgestelde subsidie die het bedrag van ongeveer 45 cent per inwoner naar 75 cent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 301