12 DECEMBER 1956 303 acht de verhoging van het subsidie zeer bezwaarlijk en zal daarom tegen stemmen. De heer VAN DEN EEDEN heeft in 1949 de indruk gekegen, dat het subsidie 0,35 per inwoner zou blijven. Geleidelijk aan is het subsidie verhoogd, omdat het noodzakelijk was. Voorgesteld wordt thans een subsidie van 0,75 per inwoner en uit het voorstel blijkt wederom dat de verhoging noodzakelijk is. Spreker vraagt zich af waar het einde van de verhogingen zal zijn, want thans staan wederom salarisverhoging en de premie voor de Ouderdomswet voor de deur. Wellicht zal de bijdrage voor Breda dan ongeveer 100.000,per jaar worden. Spreker is van mening, dat een dergelijke bijdrage ook voor een gemeente als Breda te groot zal worden. De heer KLOMPERS kan zich volkomen verenigen met de door Me vrouw van Mierlo gesproken woorden. De heer MOL heeft waardering voor het door Mevrouw van Mierlo ingenomen standpunt. Hij spreekt echter als zijn mening uit, dat er in het Zuiden van het land een grote achterstand op dit gebied is in te halen. Ook in Breda is er op cultureel terrein achterstand. Daarom kan hij zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders verenigen. Tenslotte meent spreker dat indien er op cultureel gebied bezuinigd moet worden, dit dan maar moet geschieden in de randstad Holland. De heer VERMEULEN heeft ook in de subsidie-commissie dit een moeilijk preadvies gevonden. Hij erkent de waarde van het Brabants Orkest. In het voorstel spreekt volgens spreker een minderwaardigheids complex van het zuiden. Ook in het betoog van de heer Mol, wanneer hii spreekt over bezuiniging, maar dan in de randstad Holland, komt dit gevoel naar voren. De heer Mol stelt in verband hiermede voor daar om te besluiten het subsidie te verhogen. Spreker vindt dit buitengewoon gevaarlijk. Brabant heeft recht op de hem toekomende plaats in het culturele leven. Als toporkest in Nederland ziet hij het Concertgebouw orkest met daarnaast het Residentie-orkest en daaronder de regionale orkesten, waaronder ook het Brabants Orkest is te classificeren. Dat het provinciaal bestuur 60.000,subsidie heeft verleend, acht spreker minder juist. Nu komen de grote steden aan de beurt om de extra last voor hun rekening te nemen. Hij heeft alle waardering voor het Brabants Orkest en het niet verlenen van het verhoogde subsidie zal tot gevolg hebben dat het voortbestaan van het orkest in het geding komt. Vooral voor de gemeente Breda is de betekenis van het voort bestaan te groot. Het orkest is in totaal 27 maal in Breda opgetreden. Dit heeft in totaal aan Breda f 76.000,gekost. Dit is per keer 3.000,Dit acht spreker te veel en hij is het hiermede met Mevrouw Van Mierlo eens. Het wordt langzamerhand tijd, dat in verband met het sluitend krijgen van de begroting wordt bekeken welk bedrag in de culturele sector van de ge meentelijke bemoeiingen wordt en mag worden uitgegeven. De ver plichting, die uit het voorstel volgt, is volgens sprekers oordeel te zwaar. Vooral omdat het subsidie niet voor 1 jaar is te verlenen. Dit bewijst de redactie van het voorstel. Spreker zegt, dat hij en zijn fractie tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders zullen stemmen. De heer BASTIAANSEN zegt, dat het subsidie-bedrag een grote sprong in de hoogte maakt en daarom kan hij zich voorstellen dat verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 303