32 11 JANUARI 1956 gedurende een bepaalde tijd van het jaar auto's goedkoper zijn dan op andere tijdstippen. Krijgen Burgemeester en Wethouders dit krediet, dan kan er beter gemarchandeerd worden. Spreker heeft het meegemaakt, dat in het verleden onmiddellijk een besluit genomen moest worden. Om moeilijkheden te voorkomen vragen Burgemeester en Wethouders dit krediet om normale aanschaffingen te doen. Hiermede wordt tevens voldaan aan het verlangen van de Raad om niet met oud materiaal te blijven werken. De heer KRAMERS is het niet met de wethouder eens. Als zulk een krediet wordt gevraagd zal de Raad moeten weten waarvoor dit nodig is. Als Burgemeester en Wethouders concrete plannen hebben, dan heeft hij tegen deze post geen bezwaar. Doch als de Raad pas achteraf te weten komt wat er gekocht is, dan gaat spreker hiermede niet akkoord. De heer VERMEULEN ziet geen tegenstrijdigheid tussen hetgeen hij gevraagd heeft omtrent het inruilen van eigen wagens en het verlenen van het krediet. De heer SONDERMEIJER merkt op, dat bij de stukken een lijst heeft gelegen van 7 wagens, welke zeer binnenkort vervangen moeten worden. Wethouder MEIJS somt een lijst op van wagens, welke vernieuwing behoeven, t.w.: 1 personenauto voor het Gemeentebestuur, 2 bestelauto's, een kleppen- auto, 1 roltrommel en 1 veegmachine voor het Gemeentelijk Vervoer bedrijf, 1 kipauto voor de Gemeente Lichtbedrijven en Waterleiding, 1 bestelauto en 2 kipauto's voor Openbare Werken en 5 cabriolets en 1 volkswagen voor de Politie. Spreker voegt daaraan toe, dat een roltrommel en een veegmachine, welke tezamen 88.000,kosten, eigenlijk te duur zijn in verhouding tot hetgeen in het voorstel van Burgemeester en Wethouders is gezegd. De VOORZITTER zegt, dat het wagenpark van de gemeente onge veer 100 auto's omvat, welke echter niet allemaal in vijf jaar worden afgeschreven. Er zijn kostbare wagens onder, waardoor met de vernieuwing van de motor kan worden volstaan. Spreker gelooft, dat Breda zulk een grootte heeft bereikt, dat niet voor elke aanschaffing van een auto een krediet aan de Raad moet worden gevraagd. Hij acht het juister, dat telkenjare een bepaald krediet wordt verleend. Aanvankelijk was spreker van het bedrag geschrokken, maar voor een eenvoudiger wijze van werken is het thans voorgestane systeem onontbeerlijk. De heer KRAMERS zegt, dat de zaak dus zo is, dat de Raad een krediet verleent voor vernieuwing van de wagens, welke Wethouder Meijs heeft opgesomd en dat telkenjare opnieuw een krediet wordt ge vraagd. Spreker had het wel prettig gevonden als de lijst met de stuk ken aan de raadsleden zou zijn toegezonden. De VOORZITTER antwoordt, dat het toch wel beter is, wanneer de raadsleden bepaalde stukken niet thuis krijgen. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 38. Krediet congres Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit voorstel wordt aangenomen. 39. Subsidie Algemene Zang- en Muziekschool.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 32