12 DECEMBER 1956 335 die ontstaan was door een foutieve keuze van liet Gemeentebestuur van de vroegere gemeente Princenhage. De plannen, die vorm krijgen om het voorzieningsgebied van onze Ge meente op peil te brengen, zijn helaas niet vlot te verwezenlijken, al mogen wij als vaststaand aannemen, dat urgentie ontwijfelbaar is met betrekking tot de bouw van een nieuw Politiebureau, Gemeentehuis, Sportstadion, alsmede een kantoor voor de Bedrijven van Openbare Werken. Wanneer men met betrekking tot de regeling van Rijksuitkering aan de Gemeenten eventueel mede tot doeluitkeringen wil overgaan, dan ligt het wel voor de hand, dat onze Gemeente van die doeluitkering zijn deel zal moeten hebben. De normale uitkering, die onze Gemeente is toegekend, mist het even wicht dat er zou moeten zijn, ten opzichte van de Gemeenten van gelijke grootte. Het wordt tijd, dat deze klacht onzerzijds het gewenste succes oplevert bij de Rijksinstantie, die in deze een beslissing heeft te nemen. De eerste stappen die gezet zijn door het Zuidelijk Toneel mogen nog wat onvast zijn, maar wanneer men begrip heeft voor de moeilijkheden die de oprichting van een toneelgezelschap medebrengt, mogen wij toch vertrouwen hebben in de toekomst. Voor het Brabants Orkest is in de vergadering van hedenmiddag een voorstel tot belangrijke verhoging van de jaarlijkse subsidie aan de orde geweest, maar het moet mij van het hart, dat de verhouding tussen de subsidiebedragen van genoemd orkest en het Brabants Conservatorium reeds scheef lag. Laatstgenoemde instelling is eveneens van groot belang voor onze Provincie en dit is niet voldoende tot uiting gebracht in het verleende subsidie aan het Conservatorium. Mijnheer de Voorzitter, het is niet mijn bedoeling om een uitputtende beschouwing te geven over alles wat voor onze Gemeente als wenselijk en verwezenlijkbaar moet worden geacht, maar ik meen toch te moeten wijzen op de noodzakelijkheid om de verkeerswegen om de stad en de hoofdtoegangswegen naar de stad, zoveel als in het vermogen van Uw College ligt te bevorderen. Bepaalde wegen, zoals Baronielaan, Wilhelminasingel en Teteringse- dijk hebben een verkeer te verwerken, dat een gevaar oplevert voor een ieder, die gebruik van deze wegen moet maken. Intussen hebben wij met voldoening mogen vernemen, dat van Rijkswege het voornemen bestaat om in de bebouwde kom wederom een maximumsnelheid voor auto's in te voeren. De Gemeente heeft een belangrijke taak in de opbouw van de nieuwe wijken in de stad op een harmonische en esthetisch verantwoorde wijze, terwijl de middenstanders een taak hebben met betrekking tot de ver fraaiing en modernisering van de winkels in de binnenstad. Wij mogen wel vaststellen, dat de middenstanders onzer stad begrip hebben voor hun taak, want geregeld zien wij woonhuizen ombouwen tot winkel panden en bestaande winkels vernieuwen op een wijze die grootsteeds genoemd mag worden. Mijnheer de Voorzitter. Woorden van voldoening zijn er wel te vinden in hetgeen ik reeds gezegd heb, maar ik meen mijn algemene beschouwing niet te mogen besluiten alvorens Uw College, de Hoofden van Dienst en de Gemeente ambtenaren speciaal dank te zeggen voor al hetgeen in het afgelopen begrotingsjaar in het belang van onze Gemeente is verricht. Moge met Gods hulp door samenwerking in goede harmonie, het ko mende jaar veel voor onze stad tot stand worden gebracht. Dank U. De heer MÏNDERHOUD zegt: Mijnheer de Voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 335