12 DECEMBER 1956 345 afslaan, nieuwsgierig is te weten wat die fietser nu gaat doen, interes seert de fietser niet. Ik hoop en vertrouw dat ons verkeerscentrum er toe mag bijdragen dat niet slechts kennis der verkeersregels maar ook de wil om die na te volgen en om hoffelijk te zijn de kinderen wordt bijgebracht. Aan de docenten ligt het niet: hier ligt een taak voor de opvoeders thuis en op school. Beleefdheid is toch nauwelijks meer een deugd. Het wordt tijd dat daarin verandering komt. Van het verkeer naar de politie is maar een stap. Het is mijn indruk dat wij over onze Gemeentepolitie tevreden mogen zijn. Of de gemeente politie m.b.t. het verkeer aan de Markkade in gebreke is gebleven zoals de heer Vemeulen heeft gezegd, is mij niet bekend. Een zekere gemoe delijkheid met het gezag van de wetshandhaver direct daarachter bewerkt in het algemeen grotere meegaandheid dan de meer op Duitse methoden gebaseerde houding zou doen. Dat het ook hier ter stede voor de politie wel eens ondoenlijk is de jeugd van brutaal en vernielzuchtig optreden af te houden, behoeft niet te verwonderen. Tegen zulk optreden staat, in het algemeen, ieder politiekorps dat nu eenmaal niet overal tegelijk kan zijn, machteloos. Wij leven in een tijd waarin zich grote veranderingen voltrekken. Ou ders, die meer vrije tijd en meer geld hebben, gelukkig overigens, dan voorheen en die niet altijd daarmee raad weten, laten de kinderen wel licht teveel aan zich zelf over. Ik wil niet vooruitlopen op de bespre kingen over het jeugdonderzoek, maar wil andermaal opmerken: er is duidelijk een taak voor opvoeders weggelegd. Doordenkend over deze problemen komen logischerwijs de volgende onderwerpen naar voren. Onderwijs, Volkshuisvesting, Volksgezondheid (Sport), Cultuur. Zij hebben alle te maken met de wijze waarop de bevolking reageert, in meerdere of mindere mate. De volgorde is niet die van belangrijkheid in mijn ogen, maar wel zo ongeveer in de mate waarin zij invloed uit oefenen. Het is nu eenmaal niet anders dan dat wij niet vrij zijn in de bouw van scholen en bijbehorende lokalen. Het blijft tobben met de gymna stiek. Zo lang nog niet de woningbouw ver genoeg is, zal het ook wel tobben blijven. Toch is het te vol zijn der klaslokalen en het gebrek aan behoorlijk lichamelijke opvoeding m.i. ernstig. Wij moeten er rekening mee houden dat zulke tekorten nog zeer lang nawerken en daarom pogen ze op andere wijze op te vangen. De volkshuisvesting noem ik dan het eerst: een gezin dat slecht behuisd is zal moeilijker „lopen" dan een met goede huisvesting. Wij kunnen hier op gemeentelijk niveau nog lang over praten maar méér doen dan thans, d.i. de kansen benutten, zal toch niet kunnen. Het valt toe te juichen dat Uw College de woningbouwvereniging tegemoet wil komen. Het valt evenzeer toe te juichen dat in, grote com plexen, dus meer continu wordt gebouwd, ik zie in dit laatste grote mogelijkheden, zoals ik reeds zei. Doorbouwen bij minder goed weer is een volgende stap naar de oplossing van de Woningnood. Door de omstandigheid dat ik lid ben van het Bestuur der Gemeente lijke Sportstichting, ben ik in staat te beoordelen hoe de plannen op het gebied van de sportbeoefening liggen. Ik mag mijn waardering voor het werk van de betrokken wethouder niet verhelen. Met grote voortvarend heid gaat hij te werk en ik heb dan ook op dit punt goede verwachtingen. Wetende wat er zo al in petto is heb ik persoonlijk dan ook geen be hoefte aan een nadere specificatie van het hiervoor te investeren bedrag. Het zwemmen is echter nog wat achtergebleven. Van gemengd zwem-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 345