13 december 1956
Tegenwoordig: Mevr. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mevr.
E. M. SLOT-PLATTEL, Mej. J. P. KOPPELAAR, Mej. D. M. J. t' SAS
en de heren Mr. K. A. M. BASTIAANSEN, W. A. BLIEK, W. C. A. M.
VAN BOXTEL, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C.
COSIJN, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, G. F.
HULSKRAMER, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, G. J. KLOMPERS,
J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, L. P. LAUWERIJSSEN,
G. W. LOOMANS, A. LOSSEZ, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MIN-
DERHOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE
NOORT, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, J. SAMSON, Drs. G. C.
STUBENROUCH, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN,
J. VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK.
Afwezig Mr. E. H. TOXOPEUS.
Voorzitter: de heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
De VOORZITTER zegt, dat het ongebruikelijke kostuum, waarin hij in
de vergadering verschijnt niet het gevolg is van het feit, dat hij in de
vorige bijeenkomst geluiden heeft vernomen, welke eigenlijk in 's Lands-
vergaderzaal thuis horen, zoals de methodiek der verkiezingen van de
Tweede Kamer, het grondprijsbeleid der regering of de titulatuur ge
bruikt door de geachte afgevaardigde de heer Toxopeus, doch uitsluitend
een gevolg is van de omstandigheid, dat hij na de vergadering represen
tatieve verplichtingen heeft. Hij zal trachten de algemene aspekten van
de kritiek op het beleid samen te vatten. Zij is te herleiden tot de pro
blematiek van de groeifase der gemeente. Kritiek is er gehoord op het
delegatievraagstuk, de commissiemethodiek, investeringsplannen, effici-
ency-bewaking, verkeersleiding, industrialisatie, sociografische dienst en
het tuinderijvraagstuk. Al deze zaken hangen samen met de groeifase,
waarin de gemeente verkeert. De groeifase van de gemeente is te ver
gelijken met de metamorfose van een insect. Ook deze gaat niet gelei
delijk, doch met horten en stoten. Breda barst op allerlei punten uit zijn
huid en hier en daar wordt de nieuwe gedaante reeds zichtbaar. De
moeilijkheden, waarin Breda verkeert, eisen veel inspanning zowel van de
Raad, van Burgemeester en Wethouders, van de burgerij en van de pers.
Het is in dit beeld, dat de hierboven vermelde problemen moeten
worden bezien.