13 DECEMBER 1956 363 gisteren heeft gevoteerd zonder enig commentaar is een bewijs, dat de Raad het met de voorzieningen in de sportsector wel eens is. Burge meester en Wethouders streven ernaar de achterstand zo snel mogelijk weg te werken. Wat de openluchtbaden betreft deelt spreker mede, dat het Ei in de dertiger jaren als het voorbeeld gold voor een openluchtbad. Breda anno 1957 heeft aan dit kleine Ei niet meer voldoende. Wellicht zal uit dit kleine Ei een groter te voorschijn komen. In ieder geval zal de Raad in het le kwartaal van 1957 een krediet worden gevraagd voor de aanleg van een nieuw openluchtzwembad om in de steeds toenemende behoefte te kunnen voorzien. Wat de jeugdverkeersbrigadiers aangaat, haakt spreker in op de op merking van de heer Toxopeus, dat de opvoeding van de jeugd tot goede weggebruikers primair thuis en op school dient te geschieden. Het verkeerscentrum kan hier goede diensten bewijzen. De aanleg van speeltuinen zal worden voortgezet, ook al om het spelen op straat zoveel mogelijk tegen te gaan. Ten aanzien van de verzuiling, waarover de heer Vermeulen gesproken heeft, zal spreker een voorzichtige doch duidelijke uiteenzetting van het standpunt van Burgemeester en Wethouders trachten te geven. Wat de erkenning der verschillende maatschappelijke groeperingen betreft gaan Burgemeester en Wethouders met de heer Vermeulen mede. Er zijn ver schillende samenbundelende factoren in een wijk, welke met erkenning van essentiële grenzen ten aanzien van de levensbeschouwingen tezamen kunnen werken. Spreker wijst hierbij op de federatie van muziekgezel schappen, de Amateur opera en de jeugdvoorzieningen. Op weer andere terreinen zal dit moeilijker zijn, omdat daarbij de levensbeschouwing een grote rol speelt. Bij de schooltandverzorging was een tweede tandarts nodig. Daar de schooltandverzorging geschiedt door samenwerking van Wit-Gele en Groene Kruis kan bij de benoeming van de tweede tandarts met de levensbeschouwing rekening worden gehouden. Het ligt niet in de be doeling in de bestaande situatie wijziging te brengen. Wethouder JONGBLOED zegt, dat hij het beter acht om de volks huisvesting te behandelen bij het betreffende hoofdstuk van de gemeente begroting, anders komen de niet-fractievoorzitters uit de Raad niet aan hun trek. Spreker wil echter wel een paar algemene opmerkingen maken. Het aantal gereedgekomen woningen in de periode 1955/1956 geeft een vals beeld van de situatie. Voor een goed overzicht zal men een groter aantal jaren in de beschouwing dienen te betrekken. Het door de ge meente verkregen bouwvolume is altijd benut. De gemeente heeft boven dien nog extra bouwvolume toegewezen gekregen, dat ook is gebruikt. Ware in deze gemeente het particulier initiatief niet zo groot geweest, dan zou het bouwvolume niet kunnen zijn bereikt, zoals in Haarlem is geschied. In vergelijking met andere gemeenten slaat Breda geen slecht figuur wat de volkswoningbouw betreft. Breda heeft hiervoor 65°/o, Groningen 67°/o, Eindhoven 66a/o. De andere grote gemeenten hebben minder dan 65°/o. Burgemeester en Wethouders hebben alles gedaan om te bouwen, waar dit maar enigszins mogelijk is. De bevordering van eigen woningbezit heeft de aandacht van Burge meester en Wethouders. Een huurkoopregeling, zoals de heer Bastiaansen voorstaat, is nergens ingevoerd. Ook niet in de gemeente Dongen. In Waarder, Barwoutswaarder en Rietveld is een geheel complex woning wetwoningen aan de bewoners verkocht met toestemming van de Mi nister.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 363