368
13 DECEMBER 1956
geschiktheid niet alleen wordt bepaald door intelligentie en intellectuele
vorming, maar evenzeer door ijver en toewijding.
Wat het plan op langere termijn betreft, dit is geen uitvloeisel van
het politieke credo van de P.v.d.A. zoals de heer Toxopeus veronderstelt,
doch uitsluitend een poging van spreker om daardoor vat te krijgen op
het bestuursbeleid. Het gezegde „besturen is vooruitzien" is naar sprekers
mening niet afkomstig van een socialist.
Spreker heeft niet zozeer de nadruk gelegd op een prognose van de
middelen, wel op een prognose van hetgeen te betalen is. Dan is te be
zien welke mogelijkheden er zijn voor uitvoering van de investeringen.
Wellicht is het mogelijk voor een financiële commissie of commissie ad
hoe om deze financiële problemen eens door te nemen. Er moet naar
getracht worden in deze zoveel mogelijk tot elkaar te komen. Wellicht
kan de Raad binnenskamers deze kwestie volledig onder ogen nemen.
De delegatie, waarop de heer Minderhoud doelde, van Burgemeester en
Wethouders aan de Raad heeft spreker niet begrepen. Hij is het hier
volkomen eens met Burgemeester en Wethouders. De positie van de
wethouder als lid van de fractie is bij de P.v.d.A.-fractie juist zo als bij
de K.V.P.-fractie.
Spreker is bij een van de aanvragen voor de bouw van een bejaarden
centrum nauw betrokken. Spreker heeft met Mr. van Meerwijk, voor
zitter van het Kerkelijk Sociaal Charitatief Centrum, overleg gepleegd.
Hierbij hebben zij zich afgevraagd of een bejaardencentrum van alge
meen karakter in Breda niet noodzakelijk was. Zij zijn daarbij tot over
eenstemming gekomen over het feit, dat indien te Breda slechts behoefte
zou bestaan aan één dergelijk tehuis, dit algemeen moet zijn. Een even
tueel tweede tehuis zou katholiek kunnen zijn. Laat men derhalve de
bouw niet te lang stagneren, daar zulk een bejaardentehuis in een be
hoefte zal voorzien.
De sanering van de binnenstad heeft hoge waardering gevonden in de
fractie. Het plan getuigt van een grote visie en liefdevoor de stad.
Spreker is het eens met de heer Bastiaansen dat de bouwterreinen
dienen te worden verkocht tegen de kostprijs, al mag hiervan-in bepaalde
gevallen, onder mededeling aan de Raad, worden afgeweken.
Met Burgemeester en Wethouders is spreker het eens inzake' hun op
vatting over nieuwe organen met besturende bevoegdheid.
Het doet spreker genoegen, dat de heer Bastiaansen zich riiet kan
verenigen met de verkiezingsexcessen, indien van de zijde van dé P.v.d.A.
bepaalde dingen zouden geschied zijn, die niet geheel akkoord waren
dan spreekt het vanzelf, dat spreker daarmede evenmin aklcoord' zou
gaan. De heer Bastiaansen is niet ingegaan op sprekers opmerking inzake
de politieke activiteit van schoolbesturen en schoolhoofden. Aan de
school aan de Oranjesingel b.v. zijn bij de verkiezingen regelmatig ver
kiezingsplakkaatjes van de K.V.P. achter de ramen bevestigd.
Over de organisatie op maatschappelijk gebied bestaan er tussen de
wethouder en spreker slechts nuanceverschillen. Misschien houden deze
echter juist de kardinale punten in. De subsidiaire taak van de overheid
sluit niet uit, dat zij door middel van haar subsidiepolitiek een vinger
in de pap houdt. De overheid kan daardoor stimuleren in een bepaalde
richting als de verzuiling te ver gaat.
Aan zijn financiële betoog in eerste instantie heeft speker niet veel
meer toe te voegen. Het gaat niet om de theorie maar wel om de prak
tische mogelijkheden. Is het niet mogelijk het financiële beleid eens
grondig door te nemen in een commissie uit de Raad? Spreker is dank
baar voor de toezegging van het overzicht betreffende oude kredieten.
Over het efficiëncy-onderzoek is spreker het wel eens met de Voor
zitter. Het verheugt hem dat voor de sociografische dienst een oplossing
is gevonden.