6 13 DECEMBER 1956 369 Het E.T.I.-rapport over de pendelbeweging heeft spreker persoonlijk nog niet gezien. Kan de Raad dit alsnog ter inzage krijgen? Met de in- dustrialisatiepolitiek van Burgemeester en Wethouders is hij het eens De gemeente moet klaar zijn, als binnen afzienbare tijd de gunstige toestand omslaat. Over de verkeerssituatie heeft de Voorzitter als hoofd van de politie een vrij formeel antwoord gegeven, toen hij zeide, dat hij als hoofd van de politie hierover nog niet was geïnterpelleerd. Spreker heeft zich hierover in verbinding gesteld met de verkeerspolitie. Hij heeft deze hierop meerdere malen attent gemaakt. Incidenteel is er wel eens wat gebeurd. De situatie op de Markkade is inderdaad zoals spreker heeft geschilderd. Spreker is verheugd, dat aan de aanleg van het hoogspoor reeds wordt gewerkt. Dat met de werkzaamheden ter plaatse nog niet is aangevangen, is wel jammer, doch ligt buiten de schuld van het col lege. De aanleg van het viaduct zal een grote vooruitgang betekenen. Hij hoopt, dat Burgemeester en Wethouders druk zullen blijven uit oefenen. Over de financiële bemerkingen van Wethouder Meijs zal spreker niet veel meer zeggen. Het gaat hier over de vraag welk bedrag kan worden uitgegeven binnen verantwoorde financiële grenzen. Dit is niet alleen van belang voor het gemeentelijk beleid maar ook nuttig in rijksver band. Binnenskamers kan hierover wellicht nog verder gepraat worden. Over de gevraagde lijst van kredieten bestaat blijkbaar een misver stand tussen Wethouder Meijs en spreker. Dit is misschien een fout in het betoog. Spreker bedoelt de restant-kredieten, en de kredieten waar op nog niet werd gewerkt, om daardoor vast te stellen hoeveel nog ge grond daarin is te investeren. Wethouder Meijs heeft gedoeld op de budgetaire consequenties, welke uit de begroting van de leningsdienst blijken. Spreker ejifj^r bedoelde een potentieel overzicht, dat daaruit niet blijkt. Hierna schobt de Voorzitter de vergadering tot 20.00 uur, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 369