13 DECEMBER 1956 381 Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde de begroting van het wo ningbedrijf. De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat de gemeente een aantal wonin gen heeft, die afgebroken moeten worden, o.a. aan de Driesprongstraat. De bewoners hebben een brief gehad, dat zij het pand moeten verlaten en dat de sleutels bij Openbare Werken dienen te worden gedeponeerd. Door deze methode is ongerustheid ontstaan. Persoonlijk contact ware wenselijker geweest. Wethouder JONGBLOED antwoordt dat het hier om een gering aantal woningen gaat in verband met de noodzakelijke aanleg van riolering en bestrating van het nieuwbouwcomplex. Zij, die moeten verhuizen, hebben een nieuwe woning aangeboden gekregen in overleg met het W.N.B. De heer KROON acht de toeneming van het gemeentelijk woningbezit verontrustend. Waarschijnlijk is er een mogelijkheid woningen aan parti culieren te verkopen. Burgemeester en Wethouders hebben hun stand punt terzake nog voorbehouden. Er zijn voorts 322 aangekochte wonin gen. Zijn deze alle bestemd om voor stadssanering te worden afgebro ken? Of kunnen ook daarvan woningen worden verkocht? Mejuffrouw KOPPELAAR zegt dat de bewoners van de Krogtdijk niet zijn ingegaan op de destijds aangeboden oplossing voor de inrichting van keukentjes bij hun woningen. Deze mensen hebben op primitieve wijze gereageerd; zij zijn niet gewend met Burgemeester en Wethouders te corresponderen. Deze woningen werden in 1940 gebouwd. Bij gebreke aan voldoende materialen heeft men de bouwplannen vereenvoudigd. Er werd een huurvermindering voor toegestaan. Thans ligt de huur voor deze woningen echter met een bedrag van 6,25 per week aanmerkelijk hoger dan destijds. De voorgenomen verbeteringen zijn nooit aangebracht. De jonge gezinnen van toen hebben zich uitgebreid. Alles moet in de keuken gebeuren hetgeen uiteraard grote moeilijkheden geeft. Allen zijn bereid voor een verbetering meer huur te betalen. Zou het plan van 1940 niet opnieuw kunnen worden uitgewerkt? De kosten zijn in de huur te verdisconteren. De heer BRINKERHOF heeft op zijn vraag inzake de lichttoevoer in de nieuwe woningen ten antwoord gekregen, dat voldaan wordt aan de bepalingen der bouwverordening. Spreker vraagt zich af of dit nu wel juist is. Destijds is er een complex in de Raad behandeld, waarbij de keuken aan de voorzijde was geprojecteerd. Het raam was iets groter dan een w.c.-raampje. Spreker is verheugd met de nieuwe bouwverorde ning, een verordening die voor de stad de maatstaf zal zijn hoe er ge bouwd zal moeten worden. Over de insoliditeit van de gebouwde wo ningen, in het bijzonder over die welke als woningwetwoningen gebouwd zijn, zou nog veel meer te zeggen zijn, hetgeen ook de leiding van de dienst van Openbare Werken en in het bijzonder van bouw- en woning toezicht bekend is. De verontschuldiging dat deze laatstgenoemde dienst overbelast is, mag geen verontschuldiging zijn. Door deze dienst met be voegde krachten uit te breiden, zal die uitbreiding een bezuiniging blij ken te zijn, doordat het onderhoud, vooral van de woningwetwoningen, uitermate geringer zal blijken te zijn. Mejuffrouw t' SAS zegt het volgende: Wanneer ik in Uw antwoord op het centraal rapport lees dat de licht openingen in de woningwetwoningen voldoen aan de bepalingen der bouwverordening en dat de grootte van het raam mede bepaald wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 381