14 december 1956 Tegenwoordig: Mevrouw M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mevrouw E. M. SLOT-PLATTEL, Mejuffrouw J. P. KOPPELAAR, Me juffrouw D. M. J. t' SAS en de heren Mr. K. A. M. BASTIAANSEN, W. A. BLIEK, W. C. A. M. VAN BOXTEL, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. COSIJN. C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, G. F. HULSKRAMER, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, G. J. KLOMPERS, J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, L. P. LAUWERIJSSEN, G. W. LOOMANS, A. LOSSEZ, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, J. SAMSON, Drs. G. C. STUBENROUCH, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZEN BEEK. Afwezig de heer Mr. E. H. TOXOPEUS. Voorzitter: de heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER stelt de begroting voor 1957 van het gemeentelijk Grondbedrijf aan de orde. Zonder beraadslagingen wordt deze begroting vastgesteld. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde de begroting van de dienst van gemeente-beplantingen. Mevrouw SLOT zegt: Mijnheer de Voorzitter, Het is mij een behoefte waardering uit te spreken voor het werk door de dienst van gemeente beplantingen verricht. Het onderhoud van de parken is zeer te waarderen en waar zulks mo gelijk, is m.i. op de juiste wijze de straatbeplanting aangebracht. De subsidiëring van de Natuurwacht zal hierbij ook van zijn nut doen blijken, gezien de verheugende belangstelling voor dit werk van natuur bescherming. Echter zou ik graag vernemen hoever men gevorderd is met de wij ziging van de politieverordening betreffende een eventueel verbod van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 385