402 14 DECEMBER 1956 De wagens zijn alle in beheer bij de G.G.D. Tussen Politie en die dienst is een uitstekende samenwerking. Leiden. Deze gemeente beschikt over 2 ambulance-auto's, welke in beheer zijn bij de G.G.D. De wagens zijn gestationeerd bij de Brandweer. Bij deze dienst zijn 2 bedienden van de G.G.D. gedetacheerd. Deze bedienden hebben dezelfde werktijd als het brandweerpersoneel. Ongevallen worden gemeld aan de Brandweer. De ambulance-auto rukt uit met een brandweer-chauffeur en een der G.G.D.-bedienden. De chauffeur is in het bezit van een E.H.B.O.-diploma. De brandweer waarschuwt de Politie en beiden zijn binnen 5 minuten op de plaats van het ongeval. Het ziekenvervoer geschiedt niet door de Gemeente, doch wordt door particulieren verricht. Deze Leidse inlichtingen spreken mij bijzonder sterk aan. Vooral het feit, dat niet eerst de politie verschijnt en later wel eens de ambulance auto. Ook belangrijk is, dat binnen zeer korte tijd hulp wordt verleend. Naar mijn mening moet een regeling als in Leiden ook in onze, grotere, gemeente zijn te treffen. In een stad als de onze moeten wij mee en dit pleit nog meer voor de toekomst, een zo groot mogelijke mate van zekerheid te hebben, 'n zeker heid, dat de ambulance-auto in de kortst mogelijke tijd aanwezig is. Dit is in het belang van gewonden; in 't algemeen van hen, die door een ongeval zijn getroffen. Een ambulance-auto is echter toch ook weer niet alleen van belang voor verkeersongelukken. En hierbij denk ik dan aan rampen als b.v. een, welke Eindhoven enige tijd geleden heeft getroffen. Zou onze stad een ernstige ramp van die aard treffen, dan zou de vorming van de mobiele geneeskundige colonne van de B.B. geloof ik te laat zijn. Ik meen, dat die colonne niet onmiddellijk kan worden ge formeerd. Mijnheer de Voorzitter, ik meen voldoende argumenten te hebben aan gevoerd, welke er voor pleiten, om ook voor Breda te komen tot het aanschaffen van een ambulance-auto, waarbij ik nog eens speciaal de aandacht vraag voor de wijze waarop in Leiden de situatie is opgelost. Een oplossing, welke voor Breda toch tot de mogelijkheden moet beho ren. Het gaan behoren tot de grote steden brengt verplichtingen mede. De stad is in een groeifase en op dit punt is zij n.m.m. al wel gegroeid naar een eigen ambulance-dienst. Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie zal het zeer op prijs stellen, als Uw College deze zaak in ernstige studie zou willen nemen en aan de Raad binnen niet al te lange tijd hierover preadvies uitbrengt. De heer SAMSON merkt op, dat in het afgelopen jaar op volgnummer 198 minder werd uitgegeven dan was geraamd. Thans is toch 2.500, meer geraamd dan vorig jaar. Spreker vraagt of Burgemeester en Wet houders bepaalde plannen hebben met de volksbadplaats en hij wijst erop, dat er in de gemeente een tekort bestaat op het gebied van open- luchtbaden. De heer KAMPHUYS zegt: Mijnheer de Voorzitter, In Uw antwoord in het Centraal Rapport deelt U mede, dat de zwem- gelegenheden inderdaad om uitbreiding vragen en dat definitieve plannen in voorbereiding zijn. Met belangstelling zie ik deze plannen tegemoet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 402