14 DECEMBER 1956
405
zijn om aan mensen, die een ongeval zijn overkomen, niet zo snel moge
lijk hulp te bieden. Er is echter een groot verschil tussen zieken- en
gewondenvervoer. Bij het ziekenvervoer kan het tijdstip vooraf bepaald
worden. Dit tijdstip is bij het gewondenvervoer onbekend. Uit de door
de heer Rattink ingewonnen informaties blijkt wel hoe moeilijk het is
dit gewondenvervoer te regelen, omdat in elke stad de situatie verschil
lend is. Spreker stelt er prijs op, te verklaren, dat volgens het oordeel
van de G.G. en de G.D. en andere deskundigen op dit gebied, de situatie
in Breda niet slecht is en de huidige organisatie voldoet aan te stellen
eisen.
In verband met de grote uitbreiding van de bebouwde kom der ge
meente is reeds bij de G.G. en G.D. in studie of met de huidige regeling
volstaan kan worden. Spreker wenst het rapport hierover af te wachten
en daarna te bekijken of op het voorstel van de heer Rattink dient te
worden ingegaan.
Spreker deelt de heer Samson mede, dat hij van oordeel is, dat de
noodzakelijke voorzieningen aan de volksbadplaats moeten worden aan
gebracht. In het eerste kwartaal van 1957 zullen Burgemeester en Wet
houders de situatie met betrekking tot de zweminrichtingen in Breda
voor de Raad volledig uit de doeken doen. Hierbij zal besproken worden
het creëren van een openluchtbad en het verbeteren van het bestaande
openluchtbad en de volksbadplaats. Spreker wijst er echter wel op, dat
Breda is achter geraakt op dit gebied. Deze achteruitgang is veroorzaakt
door de zeer snelle groei van de stad. Hij brengt in herinnering, dat in
de dertiger jaren elke gemeente jaloers was op de gemeente Breda, die
een openluchtbad in de bebouwde kom bezat, als mede één voetbal
stadion en de beste schouwburg in het Zuiden van het land. Nu is de
situatie volkomen omgekeerd.
De huidige situatie bij het gemengd zwemmen, waarover de heer
Kamphuys heeft gesproken, is slechts een proef, zo zegt spreker. Bezien
zal worden of aan enige beperkende bepalingen bij het gemengd zwem
men een einde kan worden gemaakt. Dat het drankmisbruik moet worden
tegengegaan is spreker eveneens van oordeel. Hij hoopt, dat het pand
Schorsmolenstraat, dat daartoe ter beschikking zal worden gesteld, het
nodige zal bijdragen. De door Mejuffrouw t' Sas geuite klachten over
de watertoestand van het Ei kan spreker verwijzen naar het debat,
hetwelk binnenkort in de Raad over de hele situatie zal worden gehou
den. Hij wil thans echter wel mededelen, dat er plannen voor circulatie
mogelijkheden in studie zijn bij het gemeentebestuur.
De kwestie van de tarieven en de huurvergoeding van de zweminrich
ting „Het Ei", die door de heer Lossez zijn besproken is een zaak, die
samenhangt met het met de exploitant gesloten contract. Bij afloop van
het huidige contract zullen deze moeilijkheden kunnen worden opgehe
ven. De heer Lossez kan ervan overtuigd zijn, dat Burgemeester en
Wethouders ter zake diligent zullen zijn.
Tenslotte deelt spreker de heer Kroon mede, dat voor de geraamde
verhoging van het subsidie aan de Stichting Schooltandverzorging nog
een apart voorstel aan de Raad zal worden gedaan en dat dit voorstel
ook nog de subsidiecommissie zal passeren. Dan zal ook op de principiële
zijde van de kwestie kunnen worden ingegaan.
De heer RATTINK heeft uit het betoog van de wethouder begrepen,
dat het gewondenvervoer in studie is. Namens zijn fractie vraagt hij of
Burgemeester en Wethouders hierover de Raad willen preadviseren.
De heer LOSSEZ vraagt bij afloop van het contract met de huurder
van „Het Ei", het bad in eigen beheer te nemen.