14 DECEMBER 1956 413 Amsterdam, op verzoek van de Wethouder van Volkshuisvesting inge steld, reeds jaren geleden door Mej. A. Luns geschreven werd in een periodiek. Blijkbaar zijn er toch gemeenten die zulks wel opportuun achten. Naar ik meen deed ik U vorig jaar een suggestie om voor de te plan nen woningen en huisvestingen niet een uitsluitend vrouwen adviescom missie aan te stellen, maar een commissie van advies, bestaande uit een vertegenwoordiging van: Openbare Werken, Woningnoodbureau, Sociale Zaken, Wijkwerk, Maatschappelijk Werk en Woningbouw. Ben ik goed ingelicht, Mijnheer de Voorzitter, dan zou onlangs een, wel niet geheel dezelfde commissie als voorgesteld werd, maar toch een ongeveer analoog, ingesteld zijn en reeds vruchtbaar werk verrichten. Ilc zou gaarne door U bevestigd willen zien, of dit in realiteit ook zo is en U tevens verzoeken dan ook van elk dezer organen een represen tatie te willen toelaten. Ik moge U daarbij in herinnering brengen, dat bij het bespreken van de mentaliteit der jeugd in het Mgr. Hoogveldrapport gezegd wordt, dat een verantwoorde woningtoewijzing en woningbouw vereist wordt bij de meeste gezinnen, teneinde goede beïnvloeding voor de jeugd mogelijk te maken. Het rapport vestigt als bijzonder belangrijk punt de speciale aandacht erop, dat gezinsverplaatsingen naar andere buurten, niet op voldoende oordeelkundige wijze geschieden, dat elk geval individueel beschouwd dient te worden met inachtneming van de gehele gezins structuur, terwijl men degelijk dient te overwegen, of een verplaatst gezin aanvaard zal worden in een bepaalde straat en of dat men door plaatsingen van anders geaarde gezinnen de straat niet in een kritieke situatie brengt. Bij de woningbouw zou méér rekening gehouden moeten worden met de wijze waarop eenvoudige mensen hun gezin wensen te bewonen. Terwijl dikwijls in onze Raad de kamer-keuken gewraakt werd, schrijft dit rapport verder, dat een woonkeuken deze gezinnen vele voor delen biedt. Verschillende dezer beweringen zou het maatschappelijk werk en het wijkwerk kunnen onderschrijven, alsook de eis, die het rap port stelt, dat bij de stadplanning kleine en grote kinderen in en bij huis voldoende speelruimte moeten hebben, een eis, die gelukkig door Uw College de laatste jaren ten volle in praktijk is gebracht. Daarvoor mijn onuitsprekelijke dank. Om al deze redenen zou ik U toch willen verzoeken, Uw oor te luisteren te willen leggen bij het maatschappelijk werk en het wijkwerk, omdat zij door hun geregeld bezoek in de gezin nen weten, wat voor hen het meest geschikt is en daarom ook betrouw bare adviezen kunnen verstrekken. Al wil ik niet beweren, dat in deze inderdaad zéér en zéér moeilijke materie zelfs na overleg met het maatschappelijk werk elke plaatsing goed uit zou vallen (dat zou zeer zeker een utopie zijn) toch meen ik, dat door contact met mensen, die gezinnen kennen en deze signaleren, een meer verantwoorde vestiging zou plaats hebben. Meer kan men zeker niet verlangen. Ik wees er vorig jaar op, dat, willen onze nieuw gebouwde woningen niet afdalen tot krotten, er langs geleidelijk door opvoeding te bereiken weg en daarna opschuiving naar hoger niveau van woningen veel be reikt kan worden. Het contact met het maatschappelijk werk is daarbij onontbeerlijk. Nu het Mgr. Hoogveldrapport mij in dit opzicht gelijk heeft gegeven, zou ik U vriendelijk willen verzoeken, terwijl ik tevens de wethouder dank voor de bereidwillige hulp reeds ondervonden in deze materie, waar mogelijk, het contact nog steviger te willen vestigen. Mejuffrouw t' SAS vraagt Burgemeester en Wethouders inlichtingen te verstrekken over de geraamde post voor vergoeding van werkkleding aan het personeel van het woningnoodbureau.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 413