14 DECEMBER 1956
421
Hierna wordt hoofdstuk V zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd
vastgesteld.
Hoofdstuk VI.
Mejuffrouw t' SAS zegt, dat, wanneer een lid van een raadscommissie
beslist niet in de gelegenheid is geweest eer vergadering van de des
betreffende commissie bij te wonen en daaromtrent tijdig bericht van
verhindering heeft gegeven, het niet geheel redelijk is dat het dit lid in
zekere zin wordt verboden, tijdens de raadsvergadering het woord te
vragen over een agendapunt dat in die commissievergadering' aan de
orde is geweest. Dat een dergelijke opmerking van de zijde van een der
wethouders is gekomen onder wiens portefeuille de door haar bedoelde
commissie toevallig niet ressorteert, heeft spreekster wel even verwon
derd. Zij vraagt zich af of de uitspraak van de wethouder onderschreven
wordt door de Voorzitter van de Raad.
De VOORZITTER antwoordt, dat volgens het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad ieder lid het woord krijgt.
Er zijn echter nog bepaalde gewoonten en afspraken. Het is gebruikelijk
dat commissieleden die hun stem in de commissievergadering niet onder
voorbehoud hebben gegeven, niet opnieuw in de raadsvergadering het
woord voeren. Het vorig jaar is spreker dieper op deze materie ingegaan.
Uit efficiëncyoverwegingen is het noodzakelijk, dat de raadsleden zich
beperkingen opleggen. Als een lid eenmaal door omstandigheden ver
hinderd is de desbetreffende commissievergadering bij te wonen, zal de
huidige voorzitter toestaan dat dit lid in de Raad het woord kan voeren.
Het raadslid moet dit dan als zodanig duidelijk stellen. -
De heer VERMEULEN is het volledig met de Voorzitter eens. Hij
merkt nog op, dat een commissielid, gehoord de discussies jp de Raad
zijn stem nog kan veranderen.
De VOORZITTER bevestigt dit.
De heer MENDES brengt naar voren, dat het wegdek van de Kwak-
kelhutstraat naar zijn mening absoluut in onvoldoende staat verkeert,
althans zeker voor het verkeer, dat zich door die straat moet begeven.
Er zijn gaten van 1% bij 114 m en 1 dm diepte, die dikwijls vol water
staan. Ook is er geen straatverlichting. Spreker hoopt, dat het College
eens een kijkje ter plaatse zal gaan nemen. Voorts vestigt hij de aandacht
op het braakliggend terrein tussen de Columbusstraat en het Plancius-
plein. Het is uiteraard een fijne speelplaats voor de jeugd, maar de huis
moeders zullen dit niet fijn vinden omdat het een modderpoel is. Indien
de plaats als speelterrein bestemd is, dan zou hij gaarne zién, dat het
terrein zal worden geëgaliseerd.
De heer LAUWERIJSSEN merkt ten aanzien van volgnummer 169 op
dat hij veronderstelt, dat de notulen bij Gedeputeerde Staten zullen
komen en dat Gedeputeerde Staten zodoende zijn mening zullen kennen
en de onbillijkheid van de belasting zullen inzien.
De heer LOSSEZ vestigt de aandacht op het verhuren van eëft Stilk
grond van de openbare weg om te dienen als opslagplaats voor een
bedrijf; met name geschiedt dit aail de NijverheïcKsingel. De bewoners
mogen hiervan echter geen last ondervinden. Spreker ziet met belang
stelling de maatregelen tegemoet, die het College ingevolge hët'afltwoórd
op het centraal rapport ter plaatse denkt te nemeiT