14 DECEMBER 1956
425
raakt van Burgemeester en Wethouders. Tot nu toe worden van geen
enkele commissievergadering notulen gemaakt; zelfs niet van de ver
gaderingen van Burgemeester en Wethouders, alleen aantekeningen van
de concrete besluiten. Het is verstandig de kwestie van de notulering van
de onderwijscommissie in zijn algemeen verband te zien. Hij verzoekt
de heer Rattink met onderhavige aangelegenheid dan ook te wachten
totdat de commissie-affaire in zijn algemeenheid aan de orde wordt ge
steld.
De heer RATTINK vindt het prettig, dat hij het voor 99°/o met de
wethouder eens kan zijn. Hij vraagt of de kwestie inzake het kunnen
beschikken over een filmtoestel van de Ned. Onderwijs Film door de
wethouder met de hoofden van de openbare lagere scholen is besproken.
Indien dit niet is geschied, verzoekt hij dit alsnog te doen. Spreker wil
de notulenaangelegenheid laten varen totdat deze zaak in zijn algemeen
heid zal worden besproken bij de behandeling van de commissionale
arbeid. De wethouder heeft gezegd, dat in de commissie vertrouwelijke
zaken worden medegedeeld. Ook in de raadsvergadering worden ver
trouwelijke zaken behandeld, waarvoor de raadsleden geheimhouding
kan worden opgelegd. Volgens spreker kan dit niet de reden zijn, waar
om geen notulen worden gemaakt. Hij wil echter wachten tot de com
missionale arbeid aan de orde zal worden gesteld. Overigens merkt hij
nog op, dat van de commissie voor beplantingen wel notulen worden
gemaakt.
Wethouder STUBENROUCH is erkentelijk dat de heer Rattink nu
niet voor 90% maar voor 99% het met hem eens kan zijn. De openbare
scholen hebben al of niet in combinatie met andere scholen de beschik
king over een filmtoestel. Overigens moeten de hoofden terzake zelf hun
activiteit ontplooien. Van de onderwijscommissie worden notulen ge
maakt in de geest zoals spreker zich die voorstelt. Ook de subsidiecom-
missie kent notulen maar in de vorm van een besluitennota.
De heer SAMSON vestigt er de aandacht op, dat Burgemeester en
Wethouders in het antwoord op het centraal rapport afwijzend staan
tegenover schoolmelkvoorziening o.m. in verband met de administratieve
omslag, die eraan verbonden is. Spreker citeert de navolgende passage
van Dr. Hartog, directeur van het voorlichtingsbureau van de Voedings
raad: „Lijkt het niet wat overdreven, gezonde kinderen 's morgens op
school melk te doen drinken? Is dit het geld waard en. wordt de moeite,
die de leerkrachten zich getroosten, beloond?
Laat ik dadelijk bevestigend beantwoorden. Het schoolleven stelt aan
de kinderen zwaardere eisen dan menigeen vermoedt. In de loop van de
morgen ontstaan bij kinderen vermoeidheidsverschijnselen; aandacht en
concentratievermogen verslappen merkbaar. Kinderen hebben behoefte
aan een stimulans, aan wat voedsel en wat kan men beter geven dan
melk?
Melk, die vrijwel alle voedingsstoffen bevat, die de mens nodig heeft
en in het bijzonder voor het kind zoveel stoffen levert, waaruit zijn
lichaam opgebouwd moet worden. En ik geloof niet, dat het Nederlandse
kind voldoende melk drinkt, of zich voldoende voedt.
Bij zeer recente onderzoekingen is gebleken, dat de voedingstoestand
van het Nederlandse kind afneemt met het verminderen van de welstand
van de ouders, dat lengte en gewicht geringer worden met het lager
worden van de toestand. De inspanning en zorg, die het melkdrinken
op school de onderwijskrachten kost, zal op tweeërlei wijzen beloond
worden. Er is een dadelijk gunstig effect: de aandacht van het kind ge
durende de lange schooldag wordt verbeterd; en een effect, dat op langere