15 FEBRUARI 1956 45
Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat hij dit inderdaad be
doeld heeft te zeggen.
De notulen worden met inachtneming van deze opmerkin
gen goedgekeurd en vastgesteld.
23. Ingekomen stukken.
De stukken genoemd onder 2a t/m d worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van preadvies.
De stukken genoemd onder 3 a t/m o worden voor kennisgeving aan
genomen.
3n. Goedgekeurde besluiten.
Datum raadsbesluit: Agendanr.: Datum besluit Gedeputeerde Staten:
29 juni 1955
6
28 december 1955,
G.
nr.
20336
16 november 1955
31
4 januari 1956,
G.
nr.
32228
16 november 1955
15
28 december 1955,
G.
nr.
32126Sb
16 november 1955
7e
25 januari 1956,
G.
nr.
31787
16 november 1955
7b
15 januari 1956,
G.
nr.
31871
14 december 1955
22e
18 januari 1956,
G.
nr.
33872
14 december 1955
22f
18 januari 1956,
G.
nr.
33869
14 december 1955
22c
18 januari 1956,
G.
nr.
33870
14 december 1955
22a
18 januari 1956,
G.
nr.
34149
14 december 1955
22d
18 januari 1956,
G.
nr.
33871
14 december 1955
22b
18 januari 1956,
G.
nr.
33863
14 december 1955
23b
18 januari 1956,
G.
nr.
34148
14 december 1955
30
25 januari 1956,
G.
nr.
33595
11 januari 1956
33
25 januari 1956,
G.
nr.
36266
Datum raadsbesluit:
Agendanr.:
Datum besluit Kroon:
13 april 1955
4b
12 december 1955,
G.
nr.
19
Dat. besl. B. en W.:
Agendanr.:
Datum besluit Gedeputeerde Staten:
2 december 1955 237 11 januari 1956, G. nr. 34019
4. Vermakelijkheidsbelasting.
De heer BASTIAANSEN zegt, dat het preadvies van Burgemeester en
Wethouders hem niet bevredigt. Als hoofdmotief in het advies tot afwij
zing van het verzoek van de bioscoopbond geldt de weigering tot boekon-
derzoek. Dit motief spreekt hem niet aan en spreker meent, dat de ge
meente te ver is gegaan. Als nevenargument gebruiken Burgemeester en
Wethouders in hun preadvies het culturele peil van de vertoonde films.
Spreker acht het begrijpelijk, dat gestreefd wordt dit peil op te voeren,
doch dit dient niet via de gemeentelijke belastingpolitiek te geschieden.
In 1947/1948 is de vermakelijkheidsbelasting op verzoek van de Mi
nister verhoogd. Nu op landelijk niveau de Minister aan de hand van
bepaalde gegevens constateert, dat er van overmatige winsten geen
sprake is, meent spreker dat in Breda dit ook niet het geval zal zijn. De
cijfers in het preadvies zeggen hem niets. Sedert 1954 is er een streven
de belastingdruk te verlagen. Om de bioscoop-exploitanten ook een
graantje te laten mede-pikken vraagt hij deze verlaging door te voeren.
Spreker benadrukt nogmaals, dat hij het ter inzage vragen van boeken
te ver acht gaan. Bovendien vraagt hij zich af waar hier het einde is
bij de gemeentelijke belastingpolitiek.