48
15 FEBRUARI 1956
overzicht van alle Bredase bioscopen genoegen te nemen, de exploitanten
zich hiertegen niet hadden verzet.
Tenslotte merkt spreker op, dat in het preadvies niet wordt aange
geven hoe de dekking van de mindere ontvangsten bij een eventuele
verlaging van de vermakelijkheidsbelastingopbrengst zal dienen te ge
schieden. Hij is van oordeel, dat Burgemeester en Wethouders dat ge
makkelijker kunnen doen dan de Raad.
De heer KLOMPERS zegt zich met het voorstel tot niet-aanhouding
van dit preadvies niet te kunnen verenigen. Spreker citeert uit de notulen
van de raadsvergadering van 11 januari j.l.: „De heer Klompers zegt,
dat de wethouder wel enige cijfers over de opbrengst e.d. heeft gegeven,
doch dat hij heeft gezwegen over de gestegen huur van films, verhoging
van lonen en inkomstenbelasting, verstrekken van pensioenen e.d.".
Daarom ging hij in de vorige raadsvergadering akkoord met de aan
houding van het voorstel.
De Wethouder heeft het minder kies genoemd, dat de exploitanten
dit adres hebben geschreven; hadden zij dit echter niet gedaan dan
zou zeker deze hoge belasting gebleven zijn. De Raad is nu wakker ge
schud en de mogelijkheid bestaat dat de belasting verlaagd wordt.
De heer TOXOPEUS merkt op, dat de wethouder ook aan zijn adres
een verwijt heeft laten horen, omdat hij niets gezegd heeft over het in
gekomen rapport van de exploitanten. Hij is van oordeel, dat hierover
de koppen nog eens bij elkaar dienen te worden gestoken. Indien de
Raad aan de hand van cijfers wil beslissen over al of niet verlaging van
de tarieven, dan zal men inderdaad over deze cijfers moeten kunnen
beschikken. In het betoog van de heren Bastiaansen en Klompers en
van hemzelf zijn deze cijfers niet nodig.
Spreker gelooft niet, dat de Raad het voorstel van de heer Vermeulen
moet volgen en stelt voor thans een principieel besluit te nemen als de
mogelijkheid tot dekking van de mindere inkomsten bestaat. In de vorige
raadsvergadering heeft de Raad ook de rioolbelasting op aandrang van
de Minister moeten invoeren.
Hij vraagt zich af of de belastingverlaging als „geboden" moet worden
beschouwd aan de hand van exacte cijfers of uit doelmatigheidsover
wegingen.
De heer VERMEULEN merkt op, dat er een misverstand bestaat tus
sen de heer Toxopeus en hem. Zijn bedoeling is om het ingekomen
schrijven van de exploitanten in handen te stellen van Burgemeester en
Wethouders voor het uitbrengen van een preadvies, en in de eerstvol
gende raadsvergadering hierover te beslissen.
Het is spreker opgevallen, dat geen der pleiters voor verlaging gespro
ken hebben over het percentage der verlaging. Hierdoor is het Burge
meester en Wethouders wel erg gemakkelijk gemaakt. Zij zouden der
halve b.v. kunnen verlagen tot 34°/o. Hij vindt het jammer, dat geen
enkele spreker aan zijn opmerkingen enige aandacht heeft geschonken.
Spreker vindt de drang naar verlaging niet onredelijk, doch men dient
te bedenken, dat de hele opbrengst der verlaging zonder meer de exploi
tanten ten goede komt. Liever zou hij bij verlaging, ook zonder boeken
en bescheiden, zien, dat deze ten dele werd aangewend voor een betere
inrichting der bioscopen en voor betere programma's. Dit laat in Breda
veel te wensen over.
Spreker herhaalt, dat het adres op normale wijze naar Burgemeester
en Wethouders om preadvies moet en dat dit niet direct in discussie
dient te worden gesteld.