54 15 FEBRUARI 1956 tussen „De Krabbenbosschen" en andere tehuizen, waarvan spreker er zojuist enige heeft genoemd. In verband met het feit dat er nog meer punten op de agenda staan acht spreker het thans niet de gelegenheid een principedebat over het subsidiariteitsbeginsel te beginnen. De heer KAMPHUYS vraagt of aan de datum 1 januari 1956 zal wor den vastgehouden. Wethouder STUBENROUCH zegt dat het wel de bedoeling is dat de nieuwe regeling 1 januari 1956 ingaat. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12c. Subsidie Stichting Tandheelkundige Verzorging Schoolgaande Jeugd. De VOORZITTER deelt mede, dat de subsidiecommissie met het voorstel van Burgemeester en Wethouders akkoord gaat, indien alsnog de door de tandartsen te storten controlegelden ad 0,30 door de stich ting als ontvangst worden geboekt en de geraamde subsidie evenredig wordt verminderd. Spreker deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders deze door de subsidiecommissie gestelde voorwaarde overnemen in het voorliggend voorstel. Hierna wordt overeenkomstig het gewijzigde voorstel besloten. 13. Subsidie „Humanitas". Besloten wordt dit voorstel van de agenda af te voeren en voor de volgende raadsvergadering te agenderen. 14. Subsidie Stichting Pedagogisch Centrum. Overeenkomstig het praeadvies wordt besloten. 15. Reglement voor de Kleuterleidsters 1954. De heer RATTINK zegt, dat de raad een onderwijscommissie heeft ingesteld, die naar hij meent een commissie van voorbereiding is. Bij de instelling van een dergelijke commissie moet het toch de bedoeling van de Raad zijn geweest, dat de onderwijszaken, die de raad krijgt te behandelen ook inderdaad door de onderwijscommissie worden voor bereid. Naar de mening van spreker heeft het niet voorgezeten een com missie op papier te hebben. Daar heeft de Raad niets aan. Spreker moet zijn teleurstelling uitspreken, dat de op de agenda ver melde onderwijspunten niet in de onderwijscommissie zijn behandeld. Verschillende punten geven spreker aanleiding tot vragen en/of opmer kingen. Spreker doet het voorstel de agendapunten betreffende onderwijszaken aan te houden en deze eerst nog in de onderwijscommissie te behandelen. De VOORZITTER vraagt aan de heer Rattink of hij aanhouding ver zoekt van de agendapunten 15 t/m 25. De heer RATTINK antwoordt bevestigend. De heer TOXOPEUS ondersteunt het voorstel van de heer Rattink.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 54