56
15 FEBRUARI 1956
De heer TOXOPEUS maakt bezwaar tegen het systeem van de voor
zitter. Ook de wethouder heeft over alle onderwijspunten gesproken.
Spreker is van oordeel, dat de Raad nu niet moet gaan doen of er geen
onderwijscommissie bestaat. Hij vraagt dit agendapunt aan te houden
en terug te verwijzen naar de onderwijscommissie. In deze commissie
kan vruchtbaar en goed voorbereidend werk worden gedaan. Inderdaad,
meent ook hij, dat de zgn. automatische zaken niet in de commissie be-
h even te worden besproken. Hij is er van overtuigd, dat omtrent de
afspraak een misverstand heerst. Spreker stelt voor de zgn. automatische
zaken af te handelen en de overigen aan te houden en te bespreken
in de commissie.
De heer NIEUWLAAT zegt, dat inderdaad de afspraak is gemaakt.
In het begin werden de leden van te voren schriftelijk opgeroepen. Na
de gemaakte afspraak kwamen er regelmatig telefoontjes van de secre
tarie of de leden een commissievergadering wensten. Dit is de laatste tijd
achterwege gebleven, doch dit neemt niet weg, dat de leden zelf om een
vergadering konden verzoeken.
Wethouder STUBENROUCH merkt op, dat hij weinig aan de woor
den van de heer Nieuwlaat behoeft toe te voegen. Hij kan zich ver
enigen met de woorden van de voorzitter als deze zegt, dat de interne
moeilijkheden in de commissie dienen te worden besproken. Een open
bare raadsvergadering leent zich hier niet voor. Spreker gelooft, dat de
Raad er verstandig aan doet de agenda punt voor punt af te handelen.
De heer RATTINK zegt bepaaldelijk geen fout te hebben gemaakt
omdat hij evenals de heer Toxopeus zich niets van een gemaakte afspraak
kan herinneren. Er staan zeer beslist punten op de agenda, die behoren
te worden besproken in de onderwijscommissie. Hij stelt voor deze pun
ten, die in commissie moeten worden besproken nu niet te behandelen.
Dit kost nu te veel tijd en zij kunnen daarom beter worden aangehouden.
De VOORZITTER vraagt of de heer Ratting t.a.v. punt 15 aanhou
ding verlangt.
De heer RATTINK bevestigt dit.
Wethouder STUBENROUCH heeft hiertegen bezwaar.
Hierna wordt tot stemming over het voorstel van de heer
Rattink overgegaan. Na gehouden stemming blijkt, dat dit
voorstel is verworpen met 22 stemmen tegen en 12 stemmen
voor.
Tegen stemden: Mevrouw van Mierlo, Mej. Koppelaar, Mej. t' Sas en
de heren Nieuwlaat, Van de Noort, Wezenbeek, Klompers, Meijs, Kra
mers, van Gisbergen, Verschuren, Romsom, Kools, Cosijn, Hulskramer,
Bastiaansen, Mol, Van Bijnen, Van Boxtel, Jongbloed, Stubenrouch en
Verhaak.
Vóór stemden: Mevrouw Slot en de heren Minderhoud, Samson, Ver
meulen, Rattink, Mendes, Lossez, Toxopeus, Brinkerhof, Bliek, Sonder-
meijer en Kamphuys.
Hierna wordt zonder verdere discussie overeenkomstig het
voorstel besloten.