58 15 FEBRUARI 1956 Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 18. Benoeming onderwijzer openbare lagere school Middellaan. De heer BRINKERHOF vraagt waarom er geen twee personen op de voordracht zijn geplaatst. Wethouder STUBENROUCH deelt mede, dat er slechts 2 sollicitanten waren. Het Hoofd der school was na een bezoek aan de heer Roumen zeer enthousiast. Ook het advies van de inspecteurs van het lager onder wijs in de inspecties Breda en Arnhem was zeer goed. Om bepaalde rede nen was het onmogelijk de tweede sollicitant op de voordracht te plaatsen. De heer VERMEULEN vraagt benoemingen voortaan in de onderwijs commissie te doen behandelen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de heer A. Roumen te Bergh benoemd tot onderwijzer aan de openbare lagere school aan de Middellaan. 19 a. Vervoerskosten art. 13 L.O.-wet 1920. Overeenkomstig het preadvies wordt besloten. 19 b. Verzoeken ingevolge artikel 72 L.O.-wet 1920. De heer RATTINK wenst, dat de in het preadvies onder g, h en i genoemde verzoeken worden aangehouden, opdat zij alsnog in de onder wijscommissie kunnen worden besproken. Wethouder STUBENROUCH antwoordt, dat aanhouding van de punten niet mogelijk is, omdat hij niet gaarne het gevaar wil lopen, dat de termijn genoemd in de L.O.-wet voor aanvragen ingevolge art. 72 L.O.-wet 1920 verloopt. De heer RATTINK zegt ten aanzien van punt g, dat het schoolbestuur de beschikbaarstelling vraagt van 2 noodlokalen voor de lagere meisjes school aan het Pastoor Pottersplein en van 2 noodlokalen voor de kleuter school Pastoor Pottersplein. Dit zijn dus de 4 noodlokalen, welke in het Liniekwartier zijn gebouwd ten behoeve van een op te richten jongens school van de Parochie Christus Koning. Het bevreemdt spreker, dat de jongensschool die lokalen niet zal gaan gebruiken. De school zal elders kunnen worden ondergebracht. De vraag rijst of indertijd de aanvraag van de jongensschool voor de bouw van de 4 noodlokalen wel voldoende gemotiveerd was. Spreker zegt, dat twee noodlokalen nu ter beschikking zullen worden gesteld voor de kleuterschool aan het Pastoor Pottersplein. De aanvrage wordt door het schoolbestuur gemotiveerd met „omdat geen enkel lokaal meer dan 40 leerlingen mag bevatten". Spreker acht dit toch wel erg summier. Het advies van de desbetreffende inspecteur, dat bij zo'n aanvrage toch behoort te worden overgelegd, ontbreekt. Spreker zou gaarne de navolgende vragen beantwoord willen zien: 1. Hoeveel kleuters telt de school; 2. Hoeveel klassen zijn er thans in gebruik en 3. Is het advies van de Inspectrice voor het Kleuteronderwijs inge wonnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 58