15 FEBRUARI 1956 59 Bij het verzoek genoemd onder punt i worden door het bestuur van de meisjesschool voor g.l.o. aan de Oranjesingel 2 lokalen van de Jon gensschool aan de Bisonstraat gevraagd. Spreker merkt op, dat ook hier de motivering ontbreekt. Ten aanzien van het verzoek genoemd onder punt h zegt spreker, dat aan de jongensschool aan de Bisonstraat, welke 2 lokalen zal afstaan, een gymnastieklokaal zal moeten worden bijgebouwd. Als spreker nu de punten g, i en h van dit preadvies combineert met agendapunt 19d, dan komt hij tot het volgende: Dat eerst 4 noodlokalen worden gebouwd voor een jongensschool, welke lokalen die jongensschool niet nodig heeft; dat de school aan de Bisonstraat zeker 2 leslokalen over heeft en een gymnastieklokaal te kort komt en dat de jongensschool aan de P. C. Hooftstraat ook 2 lo kalen over heeft. Spreker vraagt zich af of hier de planning wel goed is geweest. In het voorstel onder punt h van dit agendapunt staat medewerking te verlenen tot stichting van een gymnastieklokaal. Doch in het ter visie gelegde ontwerpbesluit staat vermeld, dat besloten wordt medewerking te verlenen voor de bouw van een gymnastiek-handenarbeidlokaal. Dit is meer dan in het voorstel staat en door het schoolbestuur wordt ge vraagd. Het schoolbestuur spreekt in zijn brief van 3 februari 1956 van een zaal voor lichamelijke oefening. Er is dus, zegt spreker, geen over eenstemming tussen het voorstel en het raadsbesluit. Tenslotte meent spreker te moeten opmerken, dat de Inspecteur ad viseert het gymnastieklokaal ook beschikbaar te stellen voor andere scholen van de parochie en ook voor gymnastiekverenigingen en sport clubs. Spreker vindt dit een goed idee, doch meent dat dit niet kan worden verwezenlijkt voor de clubs, omdat er geen voorwaarden kun nen worden gesteld. Wethouder STUBENROUCH wenst de punten g, h en i ieder af zonderlijk te behandelen. ad g. In de uitvoerige toelichting heeft men kunnen lezen, dat de 4 noodlokalen destijds zijn aangeschaft om te dienen als bufferlokalen. Eerst hebben zij gestaan als noodlokalen in het Heuvelkwartier en toen zij daar niet meer nodig waren zijn ze overgeplaatst naar het Linie kwartier. Toen zij daar waren neergezet, was er ruimte nodig om de kleuterschool van het Pastoor Pottersplein onder te brengen, die op een zolder was ondergebracht. Op aandrang van de inspectrice voor het kleuteronderwijs, die de zolderruimte zeer terecht afkeurde, wordt thans de kleuterschool in deze noodlokalen ondergebracht. ad h. Wat de bouw van gymnastieklokalen betreft heeft de ge meente slechts een urgentieverklaring voor 1 lokaal in 1956 gekregen, ofschoon er zeker 25 tot 30 nodig zijn. Voor het lager onderwijs kan er een gymnastieklokaal van klein formaat worden gebouwd. Op den duur is het gewenst, dat elke school een eigen gymnastieklokaal krijgt, doch in verband met het moeilijk verkrijgen van de urgentie-verklarin gen streven Burgemester en Wethouders er naar in elke wijk van de gemeente allereerst een lokaal voor gezamenlijk gebruik te krijgen. Hierbij kunnen de navolgende mogelijkheden worden gesteld: een gymnastieklokaal van kleine afmetingen voor gezamenlijk schoolgebruik en een gymnastieklokaal van grotere afmetingen ook ten dienste van een combinatie van scholen, doch tevens voor het gebruik buiten schoolverband. Dit is voor het Boeimeerkwartier in het verleden door de Raad reeds gesteld. De exploitatie van deze grotere zalen zal dan wel het beste door de gemeente kunnen geschieden. ad i. De u.l.o.-school aan de Bisonstraat is gebouwd op een prog nose van het aantal leerlingen. Er staan thans nog 2 lokalen leeg, doch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 59