68 15 FEBRUARI 1956 tegen het voorstel, omdat het een consequentie is van het destijds ge nomen raadsbesluit. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat de opmerking van de heer Van Boxtel over de passage van het schrijven van de I.Z.A. juist is. Over 1955 hebben de werknemers van de gemeente een bedrag van 62.968,- betaald aan bijdragen voor de I.Z.A. Een gelijk bedrag heeft dus ook de gemeente betaald. De hogere bijdrage zal de gemeente dus 15.000,- kosten. Inderdaad, zegt spreker, is dit voorstel een consequentie van het ge nomen raadsbesluit tot toetreding tot de I.Z.A.-regeling. Hierna wordt overeenkomstig deze voorstellen besloten. 41. Krediet doorlichting gezinsleden gemeentepersoneel. 42. Aankoop panden en pakhuis. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. De VOORZITTER deelt mede, dat aan de agenda nog een tweetal punten worden toegevoegd. Wethouder JONGBLOED zegt, dat het noodzakelijk is aan de zwem inrichting „Het Ei" verbeteringen aan te brengen, waarvoor een bedrag benodigd zal zijn van naar raming van 32.500, De verbeteringen bestaan uit het uitdiepen van het bad en aanschaf fing van een pompinstallatie voor een betere waterzuivering. De pachter van de zweminrichting voelt niet voor verhoging van de huur, omdat volgens de overeenkomst de gemeente de besproken ver beteringen zelf moet aanbrengen. In 1958 loopt de overeenkomst af. Voordat het zwemseizoen een aanvang neemt zouden genoemde verbe teringen moeten zijn aangebracht. De heer WEZENBEEK zegt, dat de raad met dit voorstel overvallen wordt en gelooft, dat het voorstel van de wethouder niet moet worden aanvaard. Ook na de door de wethouder voorgestelde verbeteringen zal het bad bij een intensief gebruik en modderbad blijven. De enige oplossing zou zijn, dat het bad betegeld zou worden. Bovendien vraagt hij zich af wat er met de zweminrichting „Het Ei" in de nabije toekomst zal gebeuren. Wethouder JONGBLOED zegt, dat de woorden van de heer Wezen beek veel waarheid bevatten. Het huurcontract loopt echter nog 2 jaar, zodat de zweminrichting „Het Ei" nog minstens 2 jaar zal bestaan. En voor deze tijd acht spreker de investering verantwoord. Hij brengt onder de aandacht, dat in de totale investering ad 32.500,een pompinstal latie is begrepen, die toch altijd een residu-waarde vertegenwoordigt. De heer WEZENBEEK zegt wel met het voorstel te kunnen mede gaan, doch vraagt met spoed te doen nagaan of zijn voorstel tot defi nitieve betegeling niet voordeliger is voor de gemeente. Wethouder JONGBLOED betwijfelt of dit nog mogelijk zal zijn. De tijd dringt om voor de aanvang van het zwemseizoen gereed te zijn. De heer WEZENBEEK vraagt maatregelen te nemen dat de voorge nomen werkzaamheden zo worden uitgevoerd, dat bij een definitieve oplossing hiervan gebruik gemaakt kan worden. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 68