82 14 MAART 1956 De heer KLOMPERS kan zich volkomen met de vorige sprekers ver enigen. Wethouder MEIJS zegt zeer verwonderd te zijn, dat verschillende leden verbaasd zijn over het preadvies. Het preadvies is opgesteld naar aanleiding van het verzoek van de Raad in verband met het request van de bioscoopexploitanten. Het ligt dus voor de hand dat in het pre advies van het hier bedoelde request wordt uitgegaan. Vandaar dat Burgemeester en Wethouders tot de in het preadvies uiteengezette me ning zijn gekomen. Spreker vindt de uitdrukkingen „manipuleren met cijfers" en „goochelen met getallen" niet erg prettig. Beide uitdrukkingen komen niet ten goede aan de toon van het debat. Burgemeester en Wet houders kunnen niet meer cijfers geven dan die welke ter beschikking zijn. Dit ligt niet aan het college; gaarne zouden meerdere gegevens verstrekt zijn. Zouden in Breda de cijfers niet gunstiger zijn dan het landelijk gemiddelde dan kunnen volgens spreker de bioscoopexploitan ten toch rustig de gevraagde gegevens verstrekken; dit doen ze echter niet. Als de cijfers wel gegeven zouden zijn, dan had het college kunnen nagaan of er reden toe was om terug te komen op het oude besluit. Ten aanzien van de opmerking van de heer Minderhoud zegt spreker, dat van de 272 gemeenten, die verlaging hebben toegepast, er vele zullen zijn, die destijds de verhoging niet hebben ingevoerd. Met de mening van de heer Sondermeijer dat het preadvies niet afwijkt van het vorige, is hij het niet eens. Het is juist volkomen afwijkend van het vorige. Voorts meent spreker dat de Raad zich teveel vasthoudt aan het idee dat er voor de bioscopen iets gedaan moet worden. Ook Burgemeester en Wethouders willen verlaging. De Raad houdt echter geen rekening met de financiële toestand van de gemeente. Burgemeester en Wethou ders zijn nog steeds met het Rijk aan het onderhandelen over de finan ciële gelijkstelling met soortgelijke gemeenten. Het is niet verstandig om staande de onderhandeling tegen de Minister in te gaan. Wij kunnen wel 5°/o riskeren en afwachten hoe de onderhandelingen met het Rijk verder zullen verlopen. Te zijner tijd kan dan worden nagegaan of verdere belastingverlaging mogelijk is. Het is een vergissing geweest om in het preadvies de datum van 1 juli te noemen. De wijzigingsverordening moet door de Kroon worden goedgekeurd. De datum van in werkingtreding kan dus zowel vroeger als later zijn. Hij stelt voor de mededeling met betrekking tot de datum van 1 juli maar te laten voor wat ze is en buiten de bespre kingen te houden. Burgemeester en Wethouders hebben het culturele element niet als argument willen nemen om tot niet-verlaging te komen. Bij de bespreking is dit echter naar voren gekomen. Hij is het wel eens met de opmerking dat in Breda alle bekende door de Zuidelijke film keuring gekeurde films worden vertoond, doch echter veel later dan in andere steden. Zo is de film „Gejaagd door de wind" b.v. waarachtig niet door de wind naar Breda gejaagd. In tegenstelling met de heer Vermeulen heeft spreker geconstateerd dat de bioscopen goed bezet zijn. Misschien is de toeloop op de woensdag en donderdag minder, doch op de eerste dagen van de week zijn de bioscopen vol, terwijl op meerdere dagen 2 of 3 voorstellingen worden gegeven. Burgemeester en Wethou ders bedoelen met de voorgestelde 5"/o een eerste stap te doen. De raad mag niet lakoniek de conclusie trekken, dat Burgemeester en Wethouders met dit kleinigheidje er van af willen zijn. Dit moet zeker zo niet worden opgenomen. Het mag niet zo gesteld worden dat alleen de Raad iets wil doen en Burgemeester en Wethouders niet. Het gaat er om wat op het ogenblik, gezien de financiële onderhandelingen met het Rijk, het beste is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 82