14 MAART 1956 89
niet uit vrije wil zich te doen conformeren aan bepaalde geestelijke over
tuigingen, althans zich te onthouden van het openlijk getuigen voor een
andere overtuiging. Dit kan op den duur leiden tot volslagen geestelijke
onvrijheid en in een geloofsverdeeld land als het onze, tot onderdrukking
landelijk zowel als plaatselijk van allerlei minderheden. De verdraag
zaamheid zou daarbij volkomen verloren gaan.
Ik kan het niet anders zien, Mijnheer de Voorzitter, dat eenmaal vast
gesteld zijnde dat ook een vereniging als Humanitas het algemeen belang
dient welke ander overwegingen dan die berustende op de representa
tiviteit van deze vereniging hier en nu aanleiding zouden kunnen geven
subsidie te weigeren.
Het is om hierover een duidelijke uitspraak te verkrijgen, Mijnheer
de Voorzitter, dat ik de navolgende motie gaarne door U in stemming
zou zien gebracht.
De Raad van Breda, in vergadering bijeen, gelet op het preadvies van
Burgemeester en Wethouders en gehoord de discussie naar aanleiding
van het verzoek van de Vereniging voor Maatschappelijk werk „Huma
nitas",
overwegende,
dat „Humanitas"is een vereniging voor maatschappelijk werk op Hu
manistische grondslag, welke het algemeen belang dient en als zodanig
activiteiten ontwikkelt op het gebied van kinderbescherming, algemeen
maatschappelijke zorg, reclassering, bejaardenzorg en gezinsverzorging.
dat deze vereniging zich in haar activiteiten niet onderscheidt van
overige verenigingen voor maatschappelijk werk, doch daarbij uitgaat
van een andere levensbeschouwelijke basis.
dat deze vereniging een plaatselijke afdeling heeft welke zich plaatse
lijk bezighoudt met een of meerdere van de hiervoor genoemde activi
teiten.
dat het niet tot de bevoegdheid van de Raad behoort zich t.a.v. de
levensbeschouwing van haar ingezetenen partij te stellen door in prin
cipe te weigeren subsidie te verlenen voor genoemde activiteiten op
basis van een bepaalde levensbeschouwing, terwijl men soortgelijke ac
tiviteiten echter op andere levensbeschouwelijke bases wel steunt.
dat zodanig handelen in strijd zou zijn met een juiste taakopvatting
van de overheid, waardoor de geestelijke vrijheid en tevens de verdraag
zaamheid zouden worden geschaad, waardoor het algemeen welzijn niet
zou worden gediend.
dat derhalve een eventueel niet subsidiëren van de plaatselijke afde
ling alleen maar kan steunen op een onvoldoende representatief zijn
van deze afdeling,
is van oordeel,
dat de vereniging voor maatschappelijk werk „Humanitas" in principe
evenzeer aanspraak kan maken op steun en medewerking van de Raad
dan andere soortgelijke verenigingen op andere levensbeschouwelijke
bases.
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer BASTIAANSEN zegt dat de heer Vermeulen hem, als fractie
voorzitter van de K.V.P., een duidelijke uitspraak heeft gevraagd. Een
duidelijk antwoord zal hij hem dan ook geven. Spreker herinnert aan
de algemene beschouwingen waar hij gesproken heeft over de grote
overeenstemming die er tussen de christelijke uartijen in de Raad is
bereikt in principiële zaken. Door de heer Vermeulen is toen in tweede
instantie gevraagd of daarmede bedoeld werd dat de andere groepen niet
competent waren. Spreker deelt mede dat hij dit zeker niet bedoelde.
In de betrokken vergadering heeft de heer Kroon nog gelegenheid gehad
om te zeggen dat alle christelijke partijen uitgaan van eenzelfde stand-