14 MAART 1956
93
namens zijn partijgenoten heeft uitgedrukt. Hij heeft wel eens andere
uitspraken gehoord met name van freule Wittewaal van Stoetwegen.
Ook in K.V.P.-verband denkt men wel eens anders dan de heer Basti-
aansen. In de kamerzitting heeft Minister van Thiel een ander geluid
laten horen, n.l.: „een tweede interessant punt uit de rede van Minister
van Thiel betrof de weigering van de gemeenteraden van Breda, Tilburg
en Eindhoven om aan de gezinsverzorging vanwege „Humanitas" sub
sidie te verlenen. Hij stelde voorop, dat zijn departement humanistische
organisaties wel degelijk subsidieert en hij beloofde na te zullen gaan,
waarop de weigering van de drie gemeenten berustte. Als blijken zou,
dat zij gebaseerd is alleen op het humanistisch karakter der subsidie
vragende organisatie dan wilde hij overwegen de subsidiëring zelf ter
hand te nemen. Want dwingen kon hij deze gemeenten niet". Dit is
toch kennelijk iets anders dan door de voorzitter van de K.V.P.-fractie
naar voren is gebracht.
De heer TOXOPEUS meent dat hij de woorden „algemeen belang"
niet gebruikt heeft. Hij gelooft dat de voorzitter zich op een gevaarlijk
pad begeeft indien deze onderscheid maakt tussen plaatselijk en alge
meen belang. De vrijheidsrechten van de mens zijn van zo groot belang
dat van geen plaatselijk belang kan worden gesproken. Voor de katho
lieken en de protestants-christelijken ligt de godsdienst en het staatkun
dig beleid op één vlak. Voor spreker echter niet; daarom kan hij zijn
standpunt bepalen alvorens zijn geloofsovertuiging na te gaan. Enige
tijd geleden is er in de raad gedebatteerd over een benoeming, waarbij
de geloofsovertuiging in het geding kwam. Zijn mening was toen dat
de beste man benoemd moest worden ongeacht diens geloofsovertuiging.
In een andere gemeente moest een schoolhoofd benoemd worden. De
meerderheid in de Raad wenste een protestants-christelijk hoofd be
noemd te zien, ofschoon de geschiktste candidaat een katholiek was.
Het is in die gemeente gelukt de man met de beste papieren benoemd
te krijgen. Wanneer de V.V.D. de kans heeft, zal ze dit standpunt steeds
naar voren brengen. Iedereen kan op een bepaald moment in de minder
heid zijn; zijn rechten kunnen hem dan niet onthouden worden.
De heer KROON zegt dat de heer Vermeulen heeft getwijfeld aan het
standpunt van de protestants-christelijke partijen. Met nadruk verklaart
spreker dat beide partijen in hun beleid in het grote geheel achter het
standpunt staan wat hij naar voren heeft gebracht. Kleine nuancerings-
verschillen zijn natuurlijk mogelijk. Zo heeft dominee Buskens over het
recht van het christelijk onderwijs ook een ander standpunt dan de
P.v.d.A.
De heer BASTIAANSEN zegt in zijn beschouwingen gewezen te heb
ben op de plaatselijke verhoudingen en gesproken te hebben namens de
K.V.P.-fractie in de raad. De heer Toxopeus heeft gesteld dat de min
derheid in bepaalde gevallen zo'n goed voorbeeld heeft gegeven. Spreker
wil daar tegenover stellen dat dit nog niet met zich medebrengt dat
andere partijen hun principieel standpunt hierdoor zouden verlaten.
De VOORZITTER brengt hierna de motie van de heer Vermeulen in
stemming.
De motie wordt met 25 tegen 10 stemmen verworpen.
Tegen stemden Mevr. van Mierlo, Mej. Koppelaar, Mej. t' Sas en de
heren Stubenrouch, Romsom, van Boxtel, Verhaak, van Bijnen, Huls-
kramer, Kramers, Nieuwlaat, Kroon, v. d. Noort, Verschuren, Minder-