98 14 MAART 1956 Ik weet wel, dat de gemeente zich alleen garant stelt voor normale af lossing en rente van het te lenen bedrag, dus als alles normaal verloopt, zij niets met de exploitatie van doen heeft, doch alleen een grote steun is om goedkoop geld te kunnen krijgen. Doch indirect is uiteindelijk een behoorlijke aflossing en rentebetaling de resultante van de exploitatie en uit dien hoofde hebt U ook een zekere verantwoording bij de opzet van het geheel. Het is niet mijn bedoeling Uw preadvies te analyseren; ik wil slechts enkele punten er uit nemen. Met U ben ik van mening, dat een groter Diaconessenhuis met mo derne accomodatie voor de protestantse bevolkingsgroep noodzakelijk is. Volgens officiële gegevens zijn 30.000 personen op dit ziekenhuis aan gewezen, zodat ik me dan ook met Uw voorstel om 150 bedden daar voor te plannen volkomen kan verenigen (en dit mede gezien de toelich ting Uwerzijds; al is 5 bedden per 1000 inwoners op dit moment wel sterk aan de hoge kant). Vijftig bedden wil het Diaconessenhuis zien als noodzakelijk voor chronische zieken in de meest uitgebreide zin. Of nu de plaats voor chronische patiënten verkieslijker is annex een ziekenhuis of verbonden aan een bejaardeninrichting, of wellicht afzonderlijk, wil ik verder on besproken laten; waar het mij alleen om gaat is de hulp voor chronische patiënten. Dat Uw college akkoord gaat met de visie van het bestuur van het Diaconessenhuis, welke deze chronische zieken als deel van het patiëntenarreaal ziet, waardoor U dus ook de volle financiële verant woording wilt aanvaarden, doet mij een genoegen. Als ooit over „vergeten groepen" gesproken kan worden, dan zijn het medisch gezien wel onze chronische zieken, welke in verschillend opzicht in onze gemeenschap toch zo'n belangrijke rol spelen en dat niet alleen materieel bezien. Ik weet wel dat aan deze medisch-sociaal „vergeten groepen" veel aandacht besteed wordt en ik hoop, dat als het Diaco nessenhuis na enkele jaren begint te functionneren, voor deze groep dan ook een wettelijke status gevonden zal zijn. Ik heb er dan ook geen bezwaar tegen en realiseer me goed de conse quenties, dat, vooruit lopende hierop, toch reeds de verantwoording voor deze groep genomen wordt, temeer omdat de genoemde categorieën qua exploitatie zeer veel kunnen verschillen. In de geest van deze gedachtengang zal ik mijn stem aan Uw voorstel geven. De heer BRINKERHOF dankt de heer Verhaak voor diens pleidooi, alsook Burgemeester en Wethouders voor het preadvies. Hij hoopt dat spoedig met de bouw van het nieuwe ziekenhuis zal kunnen worden be gonnen aangezien de huidige ziekenhuizen meer dan bezet zijn. De heer MINDERHOUD wil zich gaarne bij de dankwoorden van de heer Brinkerhof aansluiten. Hierna wordt overeenkomstig het nader schrijven van Burge meester en Wethouders besloten. Rondvraag. De heer WEZENBEEK vestigt de aandacht op de slechte verlichting van de Poolseweg. De laatste 150 meter zijn helemaal niet verlicht. Hij verzoekt ter plaatse enkele lichtpunten aan te brengen. Mej. KOPPELAAR zegt dat aan de linkerzijde van de Bouvignelaan een fietspad ligt dat in beide richtingen wordt gebruikt. Zij vraagt aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 98