126 12 JUNI 1957 trouwensman van heel de Raad is. Ook het andere systeem, waarbij in de afdelingen een wethouder geen voorzitter is, is denkbaar. Bij dit systeem kan men een veel vrijere activiteit ontplooien en zal men minder beïnvloed worden. Een wethouder lid van een afdeling van de Raad onder voorzitterschap van een raadslid is volgens spreker een merk waardige figuur. Artikel 35. Tegen de voorgestelde toevoeging van de woorden „door de raad" heeft spreker geen zakelijke bezwaren, ofschoon hij het een overbodige toevoeging acht. Artikel 37. De heer Vermeulen kan met zijn opmerking, zo zegt spre ker, strikt genomen gelijk hebben. Men moet echter wel in ogenschouw nemen, dat de terminologie van dit artikel alleen de algemene regel in houdt. Het volgende artikel behelst de uitzondering n.l. de notulen van de besloten vergaderingen. Deze juridische vormgeving van de artikelen 37 en 38 is houdbaar omdat een bijzonder artikel derogeert aan een algemeen artikel. Spreker gelooft niet, dat een secretaris zich zou kunnen beroepen op dit reglement van orde, indien hij de notulen van een besloten verga dering in druk aan de leden zou toezenden. Artikel 38. De heer Vermeulen, zo zegt spreker, heeft bezwaar tegen de wijze van vaststelling van de notulen van een besloten vergadering. In de Commissie van voorbereiding is deze kwestie breedvoerig bespro ken en uiteindelijk is men tot deze redactie gekomen, omdat het de zaak vereenvoudigt en in besloten vergaderingen zelden besluiten ge nomen worden, doch meestal mededelingen worden gedaan. In het verleden zijn bijna van alle besloten vergaderingen notulen gehouden, die de handtekening van de voorzitter en de secretaris dragen. Toch werden zij nimmer door de Raad vastgesteld. Spreker acht dit niet juist. In een besloten vergadering zullen echter altijd wel aantekeningen gehouden moeten worden, omdat niet bekend is of er besluiten zullen vallen. De thans voorgestelde redactie benadert het dichtst de praktijk in Breda. Artikel 42. De restrictie, die de heer Vermeulen in dit artikel wenst aan te brengen, ontmoet bij spreker bezwaar. Ook dit is in de commissie van voorbereiding uitvoerig besproken. In principe is men ervan uitgegaan, dat de voorbereiding van een raadstuk slechts in één afdeling of in een gemengde commissie waarin deskundigen van de burgerij zitting hebben, zal worden behandeld. Spreker meent, dat in deze commissie de Raad ook voldoende invloed heeft om de meningsvorming voor te bereiden en het effect voor de Raad even doelmatig is als behandeling in een afdeling van de Raad. De voorzitter van de Raad bepaalt waar naar zijn oordeel een raadstuk thuis behoort. De keuze is aan de voorzitter gelaten uit efficiëncy-over- wegingen, omdat het mogelijk is dat het stuk valt onder de werkings sfeer van 2 of meer afdelingen. Het gevolg daarvan zou afwijkende ad viezen kunnen zijn. De voorgestelde regeling is tot stand gekomen uit praktische overwegingen. Artikel 48. Indien het woord „kan" wordt gewijzigd in „wordt" zal dit de zaak alleen stroever maken en spreker is van mening, dat dit niet nodig is. Artikel 49. In verband met de voorgestelde aanvulling van dit artikel door de heer Vermeulen met de verplichting van Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 126