12 JUNI 1957
127
houders om aan de uitnodiging gevolg te geven merkt spreker op, dat
de voorgestelde redactie van het artikel een hoffelijke formule is en dat
de democratische verhoudingen aan stringentere bepalingen geen be
hoefte heeft.
Artikel 50. De voorgestelde wijziging van dit artikel, waarbij het
mogelijk wordt dat de afdeling van de Raad bijstand vraagt van amb
tenaren der gemeente moet spreker eveneens ontraden. Deze formulering
heeft geen praktijk. Bovendien komt het spreker psychologisch onver
standig voor om het mogelijk te maken dat ambtenaren over de hoofden
van Burgemeester en Wethouders heen en desnoods tegen de wil van dit
college adviezen geven aan de afdelingen van de Raad. De voorzitter
van de afdeling zal zich niet verzetten tegen het verstrekken van inlich
tingen aan de leden van de afdeling. Bovendien geeft de gemeentewet
andere middelen om een onwillige wethouder tot de orde te roepen.
De heer VERMEULEN wenst eerst in te gaan op het verwijt van de
heer Toxopeus en op het zachte verwijt van de Voorzitter. Spreker wijst
erop, dat de heer Toxopeus het hem niet kwalijk kan nemen, dat hij in
de Raad verschillende principiële punten aan de orde heeft gesteld en
bovendien enige redactionele wijzigingen, omdat hij geen zitting heeft
gehad in de commissie. Bij de instelling van de commissie heeft de voor
zitter gezegd, dat de commissie werd ingesteld voor de redactie van
het reglement van orde. Wellicht is de heer Toxopeus in deze raads
vergadering niet aanwezig geweest. Uit het ter visie gelegde ontwerp-
reglement van orde blijkt, dat de commissie zich bepaald heeft tot de
vervanging van hoofdletters in kleine letters.
Spreker stelt van zijn kant, dat de raadsleden het recht hebben hun
opmerkingen te maken.
Tenslotte handhaaft hij zijn voorstel tot wijziging van artikel 6, waarbij
de woorden „zoveel mogelijk" worden geschrapt.
De VOORZITTER wenst alvorens tot stemming over het reglement van
orde over te gaan de heer Toxopeus nog gelegenheid te geven tot du
pliek.
De heer TOXOPEUS zegt, dat hij de raadsvergadering, waarin de
commissie werd ingesteld wel heeft bijgewoond en dat hij toen de heer
Vermeulen heeft gesteund bij zijn voorstel om elke fractie een vertegen
woordiger in de commissie te geven. De fractie van de heer Vermeulen
is dus ook in de commissie vertegenwoordigd geweest. Spreker was lid
van de Commissie, doch heeft tot zijn spijt niet alle vergaderingen bij
kunnen wonen. Hij heeft echter zijn opmerkingen over het ontwerp reg
lement van orde op papier gezet.
De commissie bestond inderdaad alleen voor het zakelijke gedeelte,
terwijl de principiële punten in de Raad zouden worden behandeld.
Door de vele redactionele opmerkingen van de heer Vermeulen is het
werk van de commissie echter onvruchtbaar geworden.
Spreker vindt het jammer, dat het verslag van de commissie niet mede
ter visie heeft gelegen. Maar omdat de fractie van de heer Vermeulen
ook in de commissie was vertegenwoordigd is spreker er van overtuigd,
dat de heer Vermeulen dit verslag wel kent.
Tenslotte wil spreker nog deze algemene opmerking maken. Regel
matig komt het voor en dit geschiedde ook in de commissie, dat men
het verlangen uit iets dwingend te bepalen. Doch het is niet altijd moge
lijk af te wijken van een bestaande redactie. Hij wijst in verband hier
mede op artikel 48, 2e lid van de gemeentewet, waarbij is bepaald, dat
de Raad over andere dan op de oproepingsbrief vermelde agendapunten