12 TUNI 1957
131
Hij is bang, dat, indien men de mening in het voorstel neergelegd, vol
houdt, de Grote Markt 's avonds groot gevaar loopt niet meer het mid
delpunt van de stad te zijn.
Spreker wijst op het Brusselse marktplein, dat inderdaad prachtig is,
doch 's avonds een uitgestorven plein. Hetzelfde ziet men in Antwerpen.
In beide steden is het Marktplein niet meer het centrum van de stad.
Het Centrum is verplaatst. Ook dit gevaar is hier aanwezig. Breda zal
met de andere grote steden mede moeten en Breda zal op het gebied
van de neonreclame geen uitzondering kunnen maken. De binnenstad
in Breda is daarvoor te gezellig.
Door de voorgenomen verplaatsing van de gemeentesecretarie en de
eventuele verplaatsing van de wekelijkse markt naar de doorbraak, be
staat reeds de mogelijkheid, dat de Grote Markt over enige jaren niet
meer het centrum van de stad zal zijn.
Spreker stelt daarom voor over de bezwaren heen te stappen in de
overtuiging, dat er niet meer aanvragen voor het plaatsen van lichtrecla
mes op daken van de Grote Markt zullen komen. Hij is van mening, dat
het aanbrengen van deze reclames aan de gevels niet spectaculair genoeg
is.
Spreker is van mening, dat de gemeente Breda op het stuk van de
lichtreclames zich in de achterhoede van de rij van grote steden bevindt.
Hij vindt dit jammer en zou gaarne zien, dat Breda vooraan in de rij
stond ten behoeve van de vreemdelingen.
Bij het weren van lichtreclames zal ons marktplein een verlaten aanblik
gaan geven.
De heer MOL heeft met veel belangstelling de vorige sprekers be
luisterd en is van mening, dat de levendigheid 's avonds in de oude
binnenstad niet ten koste van de schoonheid mag gaan.
Het gemeentebestuur dient ervoor te waken, dat het oude Marktplein
met zijn grote stedebouwkundige waarde, niet ontsierd wordt met lelijke
lichtreclames op de daken.
Hij merkt op, dat tegen het aanbrengen van aan redelijk te stelllen
eisen voldoende lichtreclames tegen de gevels geen enkel bezwaar be
staat.
Spreker kan zich volledig met het voorstel van Burgemeester en Wet
houders verenigen en brengt onder de aandacht dat Fikken altijd een
vergunning kan vragen voor een lichtreclame, die versiert en niet ont
siert.
De heer LOOMANS kan zich met de zienswijze van de heer Kramers
r---i" verenigen. Er zijn slechts enkele lichtreclames op de Grote
Markt. De vergunningen zijn voor een bepaalde tijd van 3 of 5 jaar
d, meent spreker. Indien Burgemeester en Wethouders het thans
:nen standpunt blijven huldigen dan zullen er in de toekomst nog
minder reclames op de Grote Markt zijn, waardoor ook de gezelligheid
op dit marktplein vermindert.
Spreker meent te weten, dat dootf de heer Fikken de suggestie niet
is gedaan voor een naar de opvatting van het gemeentebestuur verant
woorde lichtreclame vergunning te vragen.
De heer VAN GISBERGEN kan zich niet met het preadvies verenigen.
De aangevraagde vergunning voor het pand Grote Markt 18 staat op een
zeer opvallend punt van het Marktplein. Vanaf de Brugstraten kan men
de lichtreclame zien. Tegen de gevel zal de lichtbak veel minder effect
ressorteren. Het is nu eenmaal de ontwikkeling van de stad dat er steeds
meer lichtreclames zullen komen. Deze ontwikkeling is volgens spreker
niet tegen te houden en mag ook niet tegengehouden worden. Daarom