3 JULI 1957 143 in het gedrang. Spreker vraagt de aandacht voor de categorie van de jonggehuwden en zij, die willen gaan trouwen. Deze staan er met him kansen slecht voor. De morele bezwaren van deze situatie zijn zeker zo groot als die van te kleine woningen voor grote gezinnen. Hij zou graag eens willen doen bezien of er voor deze mensen door het woning- noodbeleid iets is te bereiken. Spreker is van de huurbedragen geschrokken; misschien is hij voor barig en liggen de huren thans in het algemeen zo. Spreker heeft bere kend, dat deze huren bij een inkomen van een geschoold arbeider van 85,per week 20°/o van het inkomen uitmaken. Dit zal ook wel naar de opvatting van het College van Burgemeester en Wethouders aan de hoge kant zijn, omdat dit College zich in andere gevallen baseert op Vt deel van het inkomen. Bij inkomens van ongeschoolden is zelfs sprake van 23 tot 26°/o, zodat voor hen de huur waarschijnlijk onbetaalbaar wordt. Voor kleine groepen geschoolden zal dit mogelijk nog te doen zijn. De overige categorieën kunnen altijd nog gebruik maken van de hypotheekregeling om hun woningnoodprobleem op te lossen. Spreker heeft zich afgevraagd wat de oorzaak kan zijn van deze drastische huur- stijging. Het gaat hier om 100°/o verhoging sinds 1953. De rente is uiter aard een belangrijke factor. Bij een bouwsom van 20.000,per woning is een stijging van de rentestand met l°/o reeds oorzaak van een huur verhoging van 4,per week. Alleen uit de renteverhoging is echter de geconstateerde stijging niet te verklaren. Is het mogelijk de rentelast të verminderen als de rentevoet daalt of wordt geleend tegen een vastgesteld rentetype? Wat wordt in het alge meen tegen de stijgende bouwkosten ondernomen? De grens van het toelaatbare schijnt op dit punt bereikt te zijn. Hoe is de berekening van het renteverlies tijdens de bouw? Berekend werden 24 maanden, maar er zullen toch wel eerder al woningen gereed zijn? De heer VAN BIJNEN heeft na hetgeen de vorige sprekers hebben gezegd niet zoveel meer te vragen. Hij vraagt zich echter wel af, of het mogelijk zal zijn het nodige geld voor de financiering te lenen. Voorts heeft spreker de huuropbrengst van de 180 garages gemist, of is deze in de huurprijs der woningen begrepen? De heer KLOMPERS heeft met buitengewoon genoegen van dit groot bouwproject kennis genomen. Het is hem wel tegengevallen, dat de verhouding hoog- laagbouw anders is dan bij de algemene beschouwingen bij de begroting werd toegezegd. Spreker is zeer tevreden met het bou wen van grote woningen voor grote gezinnen. Het gevolg zal zijn, dat de gezinnen, die nu in te kleine woningen huizen, naar deze grotere woningen zullen verhuizen. Er zal dan weer plaats komen voor jong gehuwden; spreker hoopt, dat dit zo gerealiseerd kan worden. Voorts verzoekt spreker zoveel mogelijk rekening te houden met laagbouw als het tweede deel van dit project wordt gerealiseerd. Wethouder MEIJS zou het betreuren als men in de Raad niet zou spre ken over hetgeen in de afdelingen van de Raad wordt behandeld. De heer Brinkerhof heeft trouwens zelf punten aangeroerd, die in de bewuste vergadering besproken zijn. Het gaat hier om een belangrijk object. De inwoners zouden de indruk krijgen, dat daaraan door de Raad geen aandacht wordt besteed, temeer omdat zij niet weten wat in de afdelin gen wordt besproken. Spreiding van de Pronto-woningen over de stad is wel het voornemen van Burgemeester en Wethouders geweest, zodat naar de mogelijkheid daarvan wel is uitgezien. De tijd om terreinen beschikbaar te stellen dringt echter, omdat Breda bij de realisering van dit project op de andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 143