3 JULI 1957 145 nodige financieringsmiddelen moet komen. Inderdaad is dit een pro bleem, dat zorg baart. Maar dit mag niet tot gevolg hebben, dat de bouwplannen geen doorgang hebben. De garages worden afzonderlijk verhuurd. Men moet vooruit zien. Er wordt in de eerste plaats aan de bewoners der omliggende panden ge dacht, opdat zij hun auto's zo dicht mogelijk bij huis kunnen stallen. De vraag van de heer Klompers is in feite reeds beantwoord. De plannen voor het tweede deel van dit project zullen in dezelfde geest worden opgezet als nu uit de gegeven cijfers reeds is gebleken. De VOORZITTER deelt mede, dat de dienst van openbare werken de proefwoning in 's-Hertogenbosch heeft gezien. Het lijkt een nuttige suggestie, dat de afdeling voor openbare werken uit de Raad daar ook eens gaat kijken. Men ziet dan wat er gaat komen. Hoewel er, gezien de contractuele verhouding, geen grote wijzigingen mogelijk zijn, kunnen bepaalde details de aandacht vragen. De heer Mol heeft naar statistisch materiaal gevraagd. Bij de dienst van openbare werken is sedert enige tijd een sociograaf in dienst, die zich thans geleidelijk inwerkt. Over grafieken van het model Nijmegen kan eens worden gesproken. Toch moet niet te licht gedacht worden over de produktie van dergelijke gegevens, daar deze uiterst kostbaar zijn. Tot nu toe wordt voor het statistisch bureau met een eenvoudige bezetting volstaan, doch het is niet moeilijk zo'n afdeling te laten groeien. Alleen is dit erg kostbaar. De beslissing over hoog- en laagbouw vindt in feite reeds plaats bij de vaststelling van het uitbreidingsplan. Globaal genomen is er geen grote afwijking van de overeengekomen verhouding 2:1. De heer VERMEULEN juicht met Wethouder Meijs de openbare discussie over dit punt toe. Het is echter jammer, dat de pers niet aan wezig is, hetgeen blijkbaar niet haar schuld is. Er is blijkbaar een misverstand omtrent sprekers opvatting t.a.v. de bouw van grote woningen. Spreker heeft uiteraard geen bezwaar tegen aanpassing aan de gebleken behoefte. Zijn vraag was meer naar de concrete situatie gericht. De Wethouder heeft het Heuvelkwartier als voorbeeld genoemd. Maar spreker vraagt zich dan wel af: als deze ge zinnen uit de huizen puilen dan moet dat toch geregistreerd zijn. Hoe is overigens de huurverhouding tussen Heuvelkwartier en Brabantpark? Of zijn deze woningen niet voor arbeiders bestemd? De bouw van 180 garages zou in die richting kunnen duiden. Ook gegeven de huurprijs zijn deze woningen kennelijk niet bestemd voor degenen, bij wie de woningnood het grootst is. Spreker wil nog eens de bijzondere aandacht van het College vragen voor de jonggehuwden en degenen, die willen gaan trouwen. Deze categorie komt er wel erg schriel af. Het antwoord van de Wethouder inzake de financiering heeft spreker niet bevredigd. Toch is dit een belangrijk punt, want de hoge huren zijn mede een gevolg van de hoge rente voor leningen met lange loop tijd. Hij zal gaarne zien, dat de Raad tijdig over de financieringsmethode wordt ingelicht. Sprekers opmerking over de hoge bouwkosten is be antwoord met een verwijzing naar de loonkosten. Het zijn echter niet alleen de lonen, waardoor deze stijging wordt veroorzaakt. Er zijn andere onverklaarbare factoren. De huren zijn nu het dubbele van 3 a 4 jaar geleden. Het berekende renteverlies is spreker nog een raadsel. Als ge middelde bewoningsdatum is 24 maanden genoemd. Dan zou het 4 jaar duren eer deze woningen gereed zijn. De VOORZITTER licht het berekende gemiddelde toe.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 145