158
17 JULI 1957
Het is een urgent belang voor de gemeente. Ondanks de hoge kosten
die een en ander medebrengen, acht spreekster het voorstel ten volle
verantwoord.
Zonder verdere beraadslagingen wordt conform het voorstel
besloten.
14. Subsidieregeling bij uitzending van astmatische kinderen.
Wethouder STUBENROUCH zegt dat het onderhavig voorstel bespro
ken is in de afdeling voor de subsidies uit de Raad. In die bespreking
zijn enkele punten naar voren gekomen: o.a. worden soortgelijke subsi
dies aan de Stichtingen of aan de ouders van de kinderen uitgekeerd; is
de subsidie bedoeld als bijdrage in de kosten van de officiële verpleeg-
prijs; is er een limiet gesteld voor het aantal kinderen die ervoor in
aanmerking komen; is het wel juist en doelmatig dat de G.G. en G.D.
de supervisie heeft op de uitzending; is een verklaring van een specialist
arts niet voldoende; komen alleen erkende inrichtingen voor subsidie in
aanmerking.
Namens het College van Burgemeester en Wethouders deelt spreker
mede, dat Burgemeester en Wethouders het wenselijk achten om de
voorwaarden waaronder subsidie verleend wordt nog eens nader te be
zien, zo mogelijk vóór de behandeling van de gemeentebegroting 1958.
Er is op post 214 van de begroting 1957 21.000,geraamd voor
uitzending van kinderen naar vakantiekolonies en kindertehuizen. Hij
verzoekt de Raad of deze ermede akkoord gaat dat de onderhavige
stichting op dezelfde wijze wordt gesubsidieerd zoals sinds enige jaren
de Stichting „Actie voor het astmatische kind" te 's-Gravenhage. In het
bevestigend geval kan dit geschieden uit post 214, omdat deze post wel
voldoende ruimte hiervoor toelaat. De gevallen, waarvoor het nu con
creet gevraagd wordt, kunnen dan worden uitgezonden. Het College
van Burgemeester en Wethouders heeft dan gelegenheid om de opmer
kingen gemaakt in de afdeling voor de subsidies te bestuderen, om dan
te zijner tijd met een afgerond voorstel te kunnen komen.
De heer VAN BOXTEL is het met het nieuwe voorstel van de wet
houder volledig eens. Mocht blijken, dat binnen het raam van de begro
ting voor het 2e halfjaar de post ontoereikend is, dan hebben Burge
meester en Wethouders altijd de bevoegdheid om bij de Raad met een
aanvullende krediet-aanvrage te komen.
Wethouder STUBENROUCH heeft hiertegen geen bezwaar.
De heer TOXOPEUS vraagt of onderhavig voorstel door Burgemeester
en Wethouders wordt teruggenomen.
De VOORZITTER bevestigt dit.
Wethouder STUBENROUCH zegt, dat post 214 voldoende ruimte
biedt voor dit soort subsidies. Thans is geen nieuw krediet nodig. Mocht
echter te zijner tijd blijken dat de post ontoereikend is, dan kan tussen
tijds de Raad worden voorgesteld deze post te verhogen.
De heer TOXOPEUS merkt op, dat de derde alinea van het voorstel
lijnrecht in strijd is met het nieuwe voorstel van de wethouder. Hij is de
wethouder echter erkentelijk voor zijn openhartigheid. Spreker vraagt of
het dus zo is, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
teruggenomen en dat de bijdragen voorlopig uit post 214 worden betaald
totdat Burgemeester en Wethouders met een nieuw voorstel komen.