17 JULI 1957 163 zij een tegemoetkoming dienen te ontvangen. Hij wil gaarne de ont vangen brieven ter inzage geven. De heer TOXOPEUS merkt op, dat in het voorstel staat dat de panden als compensatie-object gebruikt zullen worden. Hij meende, dat de pan den leeg stonden of heel gauw leeg zouden komen. Wethouder MEIJS voelt er veel voor om het voorstel aan te houden, niettegenstaande Burgemeester en Wethouders geen verzoek van belang hebbenden hebben ontvangen. Namens Burgemeester en Wethouders stelt hij voor het voorstel aan te houden voor nader onderzoek. Hierna wordt overeenkomstig de voorstellen a t/m f besloten; voorstel g wordt aangehouden. 26. Intrekking raadsbesluit aankoop boerderij van familie Spapen en vergoeding aan J. Luijten wegens voortijdige beëindiging van de pacht. De heer LAUWEBIJSSEN heeft tegen het voorstel geen bezwaar, doch hij wijst er op, dat het voor de heer Van Gils een financieel nadeel oplevert. Deze man was in de veronderstelling, dat de aanbieding van de boerderij wel door zou gaan en had terzake reeds maatregelen ge nomen. Nu gaat het niet door. Hij acht het billijk indien Van Gils schadeloos zal worden gesteld. Wethouder MEIJS zegt dat het inderdaad voor Van Gils een teleur stelling is, doch ook voor de gemeente. In verband met de door de Grondkamer gestelde richtlijnen kan de toewijzing geen doorgang vin den. Van Gils mocht echter op de zaak niet vooruitlopen. Hij wist dat terzake de goedkeuring van de Grondkamer nog moest komen. Wat Van Gils gedaan heeft, is geheel op eigen verantwoording. De gemeente heeft geen enkele verplichting tot schadevergoeding. Do heer LAUWERIJSSEN antwoordt, dat hij zich bij het vorig raadsbesluit Aw-t tegen de aankoop heeft verzet in de wetenschap ver kerende, dat het ^éen doorkruising zou zijn van de wet op de vervreem ding landbouwgronden. Aan Van Gils is destijds de toezegging gedaan, dat, als de gemeente de boerderij koopt, deze de boerderij in gebruik zou mogen nemen. Van Gils heeft hiervan geen misbruik gemaakt, doch is misleid in het vertrouwen op de hoge instanties. Wethouder MEIJS is van mening, dat Van Gils niet is misleid. De zaken zijn niet gelopen zoals Van Gils en de gemeente hadden gedacht. De wijze van voorstellen zoals de heer Lauwerijssen doet, kan niet wor den geaccepteerd. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 27. Diverse verkopen. 28. Diverse ruilingen. 29. Ruiling en uit de pachtneming van grond van C. A. Snijders. 30. Uit de pachtneming van grond van W. Oomen. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 163