13 AUGUSTUS 1957 181 De heer BRINKERHOF is hierdoor niet overtuigd. De kantine kan best op een andere plaats komen. Als het niet in het verlengde van de garages is dan elders. Bovendien meent spreker dat, als de kantine daar komt, waar deze volgens het door de Raad vastgestelde plan is gepro jecteerd, de huisjes kunnen blijven staan. Hij verwijst naar de oorspron kelijke tekening. De heer VERMEULEN zal gaarne vernemen, of hier van een wijziging in het oorspronkelijke plan sprake is. De heer SAMSON meent uit het betoog van de wethouder op te kunnen maken, dat een andere plaats nog mogelijk is. Is het dan wel verantwoord deze woningen aan hun bestemming te onttrekken? Wethouder MEÏJS beaamt, dat mogelijk wel een andere plaats voor de kantine te vinden zou zijn geweest, doch hij betwijfelt, of dat een goede oplossing zou zijn. Met het oog op een doelmatige ruimte-ver deling is de geprojecteerde plaatsing wel de beste. Het plan voor de bouw van de kantine is niet veranderd, wel dat van de brandweerkazerne. De VOORZITTER wijst er op, dat de aankoop van deze panden be hoort tot de consequenties van een vroeger genomen raadsbesluit. Het is niet de bedoeling met een nieuw plan voor het kantinegebouw bij de raad te komen. De heer BRINKERHOF vraagt zich af, waarom in de afdeling voor openbare werken niet dezelfde uiteenzetting is gegeven. Hij meent dat het hier een wijziging van het oorspronkelijke plan betreft. De heer VAN BOXTEL geeft in overweging de situatie nog eens te bezien en zo mogelijk de vier woningen te sparen. De VOORZITTER zegt, dat het hier gaat om een besluit tot aan koop. Eventueel amoveren kan misschien nog wachten. De heer VAN BOXTEL memoreert, dat als de panden gekocht zijn de raad ten aanzien van het amoveren geen bemoeiing meer heeft. Er ontstaat dan ook een goede kans, dat vier woningen aan de voor raad onttrokken zullen worden. Het gaat hier om woningen met lage huren. Het zal ondoenlijk zijn daarvoor vervangende panden in deze huurklasse te vinden. De heer BRINKERHOF heeft nog geen antwoord gehad op zijn vraag inzake de gewijzigde plannen. Wethouder MEIJS kan niets meer toevoegen aan hetgeen reeds in de vergadering van de afdeling voor openbare werken is toegelicht. De heer BASTIAANSEN zegt, dat inderdaad in de afdelingsvergade ring duidelijk uiteen is gezet, dat het hier gaat om de uitvoering van een door de raad vastgesteld plan. Hij heeft dan ook met verbazing de discussie gehoord. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. De heren van Boxtel, Kamphuijs, Samson en Brinkerhof wensen aantekening tegen het voorstel te hebben gestemd. 12b Aankoop panden Sophiastraat 151717a.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 181