11 SEPTEMBER 1957
193
terreinen kunnen plaats vinden. Spreker blijft bij zijn standpunt, dat
een groot deel van de kosten ten laste van de gemeente komt. De ver
deling van de kosten is nadelig voor de gemeente. De industrie die zich
daar vestigt zou zwaarder moeten worden belast. De mededelingen van
de wethouder hebben hem niet duidelijk gemaakt wat de overwegingen
van de gemeente zijn geweest bij het maken van onderhavige exploitatie-
opzet.
De heer JONGBLOED zegt, dat de heer Vermeulen geen juiste voor
stelling van zaken heeft. Zowel de industrie als de gemeente betalen
dezelfde gemaakte kosten.
De vraag is alleen of er al of niet gelegenheid moet zijn om het laden
en lossen door particulieren mogelijk te maken.
Omtrent de aanleg van een jachthaven kan men van mening ver
schillen. Burgemeester en Wethouders zijn echter van mening, dat deze
wel moet worden aangelegd; jachten kunnen dan worden geïnstalleerd
om van hieruit tochten te ondernemen. Er wordt ten behoeve van de
industrie niets gemaakt of aangelegd, wat deze zelf niet betaalt. Voor
de gemeente en de industrie is dezelfde maatstaf aangelegd.
De heer VERMEULEN vestigt er de aandacht op, dat voor 108.210 m2
industrieterrein 300 m1 loswal wordt aangelegd, terwijl er voor de gemeen
telijke opslagplaats van 14.250 m2 90 m1 loswal komt. Voor de gemeente
is naar verhouding derhalve veel meer loswal geprojecteerd dan voor
de industrie.
De heer JONGBLOED vestigt er de aandacht op, dat het een gemeen
telijke opslagplaats betreft die niet voor de industrie is bestemd. Deze
heeft een geringe diepte nodig. Voor de industrie is een groot achter-
terrein noodzakelijk; een kleine losplaats met daarachter de fabriek.
Voor de gemeente is slechts een klein stuk achterland nodig; de losplaats
is hiervoor het voornaamste.
De VOORZITTER stelt voor de discussies te sluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aan
genomen. De heer Vermeulen wenst geacht te hebben tegen
gestemd.
De VOORZITTER deelt de Raad mede, dat de heer Vermeulen ver
zocht heeft een interpellatie te mogen houden over de huurverhoging.
Nadat gebleken is, dat hiertegen geen bezwaar bestaat, verzoekt spreker
de heer Vermeulen de interpellatie te houden op het einde van deze
vergadering, na afwerking der agenda.
6. Gemeentelijke grond- en bouwvoorschotten R.K. Woningbouw
vereniging „St. Laurentius" t.b.v. complex 252 woningen Heuvel
kwartier.
7. Idem Algemene Bouwvereniging voor Breda e.o. t.b.v. complex
25 woningen Liniekwartier.
8. Krediet riolerings- en bestratingswerken aan de Markendaalseweg.
9. Vervoerskosten artikel 126 c.q. art. 13 der Lager Onderwijswet
1920.
10. Artikel 55ter der L.O.-wet over 1956.