212 16 OKTOBER 1957 HULSKRAMER, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, L. P. LAUWERIJSSEN, G. W. LOOMANS, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, A. J. A. RAT- TINK, A. P. ROMSOM, A. SPANJER, Drs. G. C. STUBENROUCH, Mr. E. H. TOXOPEUS, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VER MEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK. Afwezig de heren G. J. KLOMPERS en J. SAMSON. Voorzitter: de heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de heer Mr. PH. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER stelt, vóór tot behandeling van de agenda wordt overgegaan, de toelating als lid van de Raad van de heer Van Toledo aan de orde en stelt de geloofsbrieven in handen van de commissie van onderzoek, bestaande uit de heren Rattink, Bliek en Kramers. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda. 1. Notulen. De notulen worden ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. 3. Ingekomen stukken. 3 k. De heer MINDERHOUD dankt voor de ter visielegging van het overzicht van de door de raad gevoteerde kredieten, welke wegens ge brek aan financieringsmiddelen nog niet zijn goedgekeurd, c.q. nog niet worden uitgevoerd. Spreker kan zich volledig met het door burgemeester en wethouders gevoerde beleid verenigen. De heer RATTINK zegt, dat er op het overzicht enige onderwijs- kredieten zijn vermeld. Spreker zou gaarne vernemen op welk onderdeel van het onderwijs deze kredieten betrekking hebben. De VOORZITTER zegt de vraag van de heer Rattink in de volgende raadsvergadering te zullen beantwoorden. 3 x. De heer VERMEULEN merkt op, dat het aanvullend rapport betreffende de organisatie en efficiëncy van de dienst van openbare wer ken gedateerd is op 13 maart 1957. Hij vraagt waarom dit rapport thans pas ter visie wordt gelegd, nadat spreker in de vorige raadsvergadering er om heeft gevraagd. De VOORZITTER deelt mede, dat het antwoord van openbare werken vorige maand nog niet binnen was. De heer VERMEULEN zegt, dat de raad destijds is toegezegd, na beëindiging van het onderzoek bij openbare werken, ook bij andere tak ken van dienst een dergelijk onderzoek te laten geschieden. De VOORZITTER antwoordt, dat burgemeester en wethouders naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 212