16 OKTOBER 1957 215 Antwoord. De provisorisch dichtgemaakte sleuven zijn inmiddels hersteld. Vraag. Mejuffrouw KOPPELAAR vestigt de aandacht op de verkeers situatie Wilhelminasingel-Claudius Prinsenlaan. De laatste weg is voor- rangsweg. Bij het passeren van het kruispunt ontstaan vele vergissingen. Wie heeft daar voorrang? Antwoord. De Claudius Prinsenlaan is geen voorrangsweg; slechts het kruispunt van deze weg met de Nassausingel is een voorrangskruispunt. Voor het kruispunt Claudius Prinsenlaan-Wilhelminasingel geldt de regel, dat het van rechts komend verkeer voorrang heeft, met dien ver stande, dat snelverkeer altijd voorrang heeft op langzaam verkeer. Tot het langzame verkeer behoren o.a. fietsers en bromfietsers. Motorrijtuigen ten dienste van politie en brandweer, voorzover zij bij de nadering van een wegkruising gebruik maken van een sirene of bel, begrafenisstoeten en militaire kolonnes, hebben voorrang op het overige verkeer. Op het voorrangskruispunt hierboven bedoeld heeft het verkeer op de Claudius Prinsenlaan voorrang op dat van de Nassausingel, onver schillig uit welke richting dit laatste het kruispunt nadert. Vraag. De heer VAN BIJNEN vraagt naar aanleiding van de opmer king van Mej. Koppelaar of het niet mogelijk is om aan de zijden van de Wilhelminasingel duidelijke borden te plaatsen met een tekst die waarschuwt dat de Wilhelminasingel geen voorrangsweg is. Antwoord. Bij het ontbreken van een kenteken „voorrangsweg" op een bepaalde weg is het vanzelfsprekend dat die weg geen voorrangs weg is. Vraag. De heer BASTIAANSEN zegt vernomen te hebben dat de gemeentelijke hypotheekregeling buiten werking is gesteld. Als dit zo is zal speker gaarne vernemen, of de raad daarin niet had behoren te worden gekend. Antwoord. Verwezen moge worden naar de aan de raad in de ver gadering van 11 september 1957 uitgebrachte nota inzake de financiering, waarin ten aanzien van de hypotheekbank (pag. 5) mededelingen zijn gedaan. Vraag. De heer TOXOPEUS wil nog even terugkomen op de behan deling van volgnummer 12a (aankoop panden Slingerweg 87-89-91 en 93) van de agenda. Het is wel gebleken, dat de raad zich destijds niet geheel de consequenties van de bouw der brandweerkazerne heeft gerea liseerd i.e. dat de bewuste huisjes moesten worden opgeofferd. Spreker vraagt na te gaan, of dit onderwerp toen ter sprake is geweest. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou hij voor de toekomst willen vragen in dergelijke preadviezen nauwkeurig aan te geven wat eventueel nog moet worden aangekocht. Anders is het voor de raadsleden niet steeds mogelijk de draagwijdte der besluiten te overzien. Door notities van openbare werken is dit te voorkomen. Antwoord. In het voorstel van ons college betreffende de beschikbaar stelling van een krediet voor de bouw van een brandweerkazerne en bij de in de raadsvergaderingen terzake gehouden besprekingen is niet uit drukkelijk gesteld, dat de pandjes aan de Slingerweg zouden moeten verdwijnen. Bij de besprekingen is echter uitvoerig ingegaan op de orga-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 215