238 16 OKTOBER 1957 van de gehuwde vrouw of gaan ontbreken als de vrouwelijke ambte nares in het huwelijk treedt. De overheid als werkgeefster kan hierbij beter een algemene, risico's afwijzende gedragslijn vaststellen, dan in de beoordeling van de individuele omstandigheden treden: deze individuele beoordeling van de gezinsomstandigheden ligt niet op de weg van de overheid als werkgeefster, maar bij man en vrouw; echter is de zekerstelling van het goed functioneren van de overheidsdienst juist bij uitsluiting de taak van de overheid, welke zij niet kan en mag overlaten aan een individueel gezin. 5. Juist omdat in de meeste gevallen de normale, volledige dagtaak minder geschikt wordt bevonden voor de gehuwde vrouw, wordt de mogelijkheid van werk bepleit, dat geen volledige dagtaak oplevert. Echter de overheidsdienst, en met name het dienstverband van het ambtelijk aangestelde personeel, leent zich niet voor experimenten op dit terrein. 6. Voorkomen moet worden, dat het een normaal verschijnsel wordt, dat de gehuwde vrouw in het arbeidsproces is ingeschakeld, en dat haar daarin (zoals bij het ambtelijk dienstverband) een recht op vaste plaats wordt gegeven. In een tijd van hoogconjunctuur en een tè krappe arbeidsmarkt, is men geneigd te vergeten, dat in meer gewone omstandigheden het arbeidsproces slechts voldoende en in depressie-perioden nog te weinig arbeidsgelegenheid verschaft voor de gehuwde mannen jeugdigen en ongehuwd vrouwelijk personeel). 7. Men kan ook nog een maatschappelijk gevaar zien in een situatie, dat een (kleiner of groter) deel van de gezinnen een dubbel inkomen verwerft (n.l. van man en vrouw). Op hen, die op een gelijk maat schappelijk niveau leven, maar niet over het dubbele inkomen be schikken en daaruit voortvloeiende mogelijkheden van behoefte bevrediging (dure luxe-artikelen; grote reizen maken), gaat een ver keerde invloed uit, welke er toe kan leiden dat men om een zelfde inkomen te verwerven óf het gezin en de kinderen ver waarloost öf de ontplooiing van het huwelijk in het gezin gaat be perken; in beide gevallen worden hogere waarden geofferd. Echter de feitelijke leefwijze van b.v. de buren is een uitnodiging daartoe ongeacht de motieven die daaraan ten grondslag liggen). 8. Samenvatting van al deze overwegingen (welke niet alle op zich door slaggevend zouden behoeven te zijn) leidt toch wel tot de stelling, dat het redelijk moet worden geacht, dat de overheid in het algemeen de gehuwde vrouw niet in overheidsdienst neemt, en de huwende vrouw ontslag verleent, en dat met name voor het ambtelijk-aange- stelde personeel te dien aanzien deze gedragslijn wordt geconcreti seerd in een verbod tot indienstneming van een gehuwde vrouw en een gebod tot ontslagverlening aan een huwende ambtenares. Ook voor het personeel op arbeidsovereenkomst zal deze algemene gedragslijn gehandhaafd kunnen worden, al ligt bij dit dienstverband de mogelijkheid open om in uitzonderlijke gevallen uitzonderlijk te handelen. Deze motivering is ook aan het georganiseerd overleg kenbaar gemaakt en het georganiseerd overleg stond in grote meerderheid achter het voorstel van burgemeester en wethouders. Dat de heren Rattink en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 238